Inhoudsopgave

De reikwijdte van het retentierecht in het kader van het arbeids- en insolventierecht: een uitspraak belicht.

Wat is het retentierecht?

Het retentierecht (artikel 3:290 e.v. Burgerlijk Wetboek) geeft de schuldeiser de bevoegdheid om de afgifte of teruggave van een zaak op te schorten totdat de schuldeiser zelf is betaald.

Een voorbeeld: indien een auto door een garagebedrijf wordt gerepareerd en de eigenaar van de auto betaalt de rekening van de reparatie niet, dan heeft het garagebedrijf een retentierecht op de auto. Met andere woorden: het garagebedrijf kan de auto onder zich houden totdat de reparatiefactuur is voldaan.

Niet alleen tegen de schuldenaar, maar ook tegen een derde in te roepen!

Tot zover geeft de praktijk in het algemeen weinig problemen. Lastiger wordt het als er een derde partij bij is betrokken. Het retentierecht kan in een aantal gevallen namelijk ook worden ingeroepen tegen een derde partij. Dit was ook het geval in een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland.

De feiten van deze zaak

In deze zaak  was een aantal werknemers betrokken bij een faillissement van hun werkgever, een taxibedrijf. Hun loon uit de periode voor het faillissement was niet volledig voldaan. Het UWV had in het kader van de loongarantieregeling slechts een deel van de betalingsverplichting overgenomen. De werknemers beschikten bij het bedrijf over taxi’s die het bedrijf had geleased. Na faillissement was de onderneming doorgestart en waren de betreffende werknemers bij de doorstarter in dienst getreden, maar weigerden zij de auto’s aan de leasemaatschappij te retourneren. Dit met het argument dat zij nog achterstallig salaris van hun voormalig werkgever tegoed hadden.

Omdat het retentierecht hier tegen een derde partij (de leasemaatschappij) was ingeroepen, moest de  rechter de vraag beantwoorden of er voldoende verband bestond tussen de vordering van de werknemers en de zaak waarvoor het retentierecht werd ingeroepen.

Het oordeel van de rechter

Op het eerste gezicht leek dit verband tussen de zaak waarvoor het retentierecht werd ingeroepen – de taxi’s – en de loonvordering van de werknemers er niet te zijn. Toch oordeelde de rechter dat het noodzakelijke verband tussen de vordering en de zaak waarvoor het retentierecht werd ingeroepen in dit specifieke geval aanwezig was. De rechter oordeelde dat de taxi’s en het gebruik daarvan voldoende samenhingen met het dienstverband van de werknemers en daarmee ook met hun salaris. Verder was het volgens de rechter van belang dat de leasemaatschappij in dit geval kennelijk bij de bedrijfsvoering van het later failliet verklaarde taxibedrijf betrokken was en ook van de problemen bij het bedrijf op de hoogte was.

De les van deze uitspraak

Voor betrokken derden is het dus oppassen geblazen: de reikwijdte van het retentierecht lijkt behoorlijk ver te gaan!

Meer weten?

Wilt u weten of u het risico loopt dat een retentierecht tegen u/uw bedrijf wordt ingeroepen? Of wilt u juist advies over het inroepen van het retentierecht? Onze specialisten staan voor u klaar. U kunt hen bereiken via 026-3522825.

 

Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neem contact met ons op!

Mail

mr. R.J. (René) Borghans...

Advocaat - Partner

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn