Inleiding seminar 500 dagen Omgevingswet: overzicht en reflectie
Rogier van Dam is hoofddocent HBO-Rechten aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), waar hij zich vooral richt op het bestuursrecht. Naast zijn docentschap is hij ook hoofddocent bestuursrecht bij de Beroepsopleiding Advocaten en verzorgt hij cursussen en webinars voor juridische professionals. Ook is hij auteur van het boek “Omgevingsrecht begrepen”, een overzichtswerk over het omgevingsrecht in Nederland.
Arjan Loo is een ervaren advocaat bij De Kempenaer Advocaten, gespecialiseerd in bestuursrecht en omgevingsrecht, waarbij zijn praktijk zich specifiek richt op brede gebiedsontwikkeling. Een bijzondere focus in de praktijk van Arjan ligt op het gebied van energie en duurzaamheid. Naast zijn werk als advocaat publiceert Arjan Loo over regelmatig ontwikkelingen binnen het omgevingsrecht en treedt hij op als spreker binnen zijn vakgebied.
Hun presentatie vormde de ruggengraat van het seminar op 15 mei 2025 en biedt een breed overzicht van de ontwikkeling, implementatie en uitdagingen van de Omgevingswet:
- Achtergrond: De wet bundelt 26 wetten en 120 AMvB’s tot één wet en vier AMvB’s. De invoering werd meerdere keren uitgesteld vanwege complexiteit en technische problemen met het DSO.
- Huidige situatie: De wet is in werking, maar wordt nog beperkt benut. Er zijn knelpunten zoals capaciteitsproblemen bij overheden, gebrekkige werking van het DSO, en onduidelijke beoordelingskaders. In feite zitten we nog steeds in een wat onwennige ontdekkingsfase.
- Participatie: De Omgevingswet zet zwaar in op burgerparticipatie. Het lijkt er op dat verplichte participatie nog niet structureel leidt tot snellere of betere besluitvorming. Verwachtingen van burgers zijn vaak te hoog, wat tot frustratie leidt.
- BOPA: Duidelijk is dat de BOPA (de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit) veelvuldig wordt gebruikt. De BOPA wordt vaak gebruikt als het efficiëntere alternatief voor de aanpassing van het omgevingsplan. Dit roept vragen op over de samenhang in de leefomgeving (die waarschijnlijk beter geborgd is als wordt gekozen voor de aanpassing van het omgevingsplan).
- Toekomst: Er is behoefte aan betere centrale sturing, meer slagkracht bij overheden, en verbetering van het DSO. Grote maatschappelijke uitdagingen zoals woningnood, stikstof en energietransitie vragen om meer dan alleen wetgeving.
- Stellingen: Deelnemers discussieerden over stellingen zoals “De voordelen van de Omgevingswet zijn nog niet geoogst” en “Met nieuwe wetgeving verander je de cultuur niet”.
Bouwen en de Omgevingswet: Kritische analyse door Henk Gierveld
Henk Gierveld, sinds 1999 wetgevingsjurist bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, heeft zich gespecialiseerd in projectprocedures zoals die in de Tracéwet, Wet ruimtelijke ordening en Waterwet waren opgenomen. Daarnaast is Gierveld als Associate Researcher verbonden aan het Utrecht Centre for Water, Oceans and Sustainability Law van de Universiteit Utrecht, waar hij onder meer onderzoek doet naar de Omgevingswet en hierover regelmatig publiceert. Zijn kennis over de complexe omgevingswetgeving heeft hij gedeeld. Zijn presentatie biedt een diepgaande juridische én kritische reflectie op het wetgevingsproces en de effectiviteit van de Omgevingswet:
- Wetgevingskritiek: De wet is tot stand gekomen zonder duidelijke probleemanalyse. Er is geen gefaseerde invoering geweest en veel beslissingen zijn genomen zonder parlementaire controle.
- Complexiteit: Ondanks de intentie tot vereenvoudiging is het stelsel complexer geworden door normstelling op AMvB-niveau en de lastig raadpleegbare spreiding van de normstelling over de Omgevingswet en de vier AMvB’s.
- Woningnood: De Omgevingswet blijkt onvoldoende geschikt om urgente opgaven zoals woningbouw aan te pakken. Nieuwe wetgeving zoals de Wet versterking regie volkshuisvesting (Wvrv) probeert dit te corrigeren, maar werkt mogelijk averechts.
- Alternatief: Gierveld pleit voor herwaardering van ‘losse’ specifieke sectorale wetgeving als oplossing voor concrete problemen, zoals de woningnood.
Milieukaders en het omgevingsplan door de bril van Fleur Onrust
Fleur Onrust is advocaat en partner bij SIX Advocaten, gespecialiseerd in omgevingsrecht en bestuursrecht. Ze heeft zich in haar loopbaan vooral toegelegd op het omgevingsrecht, met een nadruk op natuurbeschermingsrecht, waaronder regelgeving voor beschermde soorten en Natura 2000-gebieden, stikstofvraagstukken en bestuursrechtelijke handhavingsprocedures. Ze geeft regelmatig lezingen en publiceert over natuurbeschermingsrecht, en schreef mee aan het ‘Handboek Wet natuurbescherming’. Ook levert ze bijdragen aan juridische tijdschriften en is ze bestuurslid van de serie Kluwer bestuursrechtpraktijk. Haar presentatie richt zich op de milieukant van de Omgevingswet en het omgevingsplan:
- Omgevingsplan: Gemeenten moeten regels opstellen over gezondheid, milieu en natuur, met name via maatwerkregels en instructieregels uit het Bal en Bkl.
- Grondwaterbeheer: Gemeenten hebben een grondwatertaak, maar de uitvoering ligt deels bij provincies en waterschappen
- ZZS en PFOA: Gemeenten moeten omgaan met zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) en kunnen aanvullende regels opnemen, ook als stoffen zoals PFOA nog niet wettelijk zijn opgenomen.
- Natura 2000: De toetsing van effecten op beschermde natuurgebieden is complexer geworden. BOPA’s vallen buiten het reguliere vergunningenspoor, wat leidt tot minder zicht op natuureffecten.
- Conclusie: De milieukaders zijn breed, maar de uitvoering is versnipperd en vraagt om zorgvuldige afstemming tussen bestuurslagen.
Bovenstaand is een samenvatting van drie presentaties. Mocht u de volledige presentaties willen ontvangen, stuur ons een mail. Dan sturen we u deze kosteloos toe.