Inhoudsopgave

Opzegging zorgovereenkomst – een stappenplan. Stap 3: Zijn de zorgvuldigheidseisen in acht genomen (deel I)?

Overeenkomsten kunnen worden opgezegd als dit is afgesproken. Dit geldt ook voor zorgovereenkomsten. Aan de opzegging van zorgovereenkomsten kunnen zware eisen worden gesteld. De gedachte hierachter is dat de zorgvrager afhankelijk is van de zorghulpverlener en het onwenselijk is als de zorgvrager plotseling zonder zorg komt te zitten.

In een reeks van artikelen leg ik uit welke eisen worden gesteld aan de opzegging van overeenkomsten waarbij zorg wordt verleend.

In het vorige artikel stond de ‘gewichtige reden’ centraal. In dit (en het volgende artikel) zal ik de zorgvuldigheidseisen die de zorgaanbieder in acht moet nemen bij beëindiging van de zorgovereenkomst nader bespreken.

Deze zorgvuldigheidseisen volgen uit de rechtspraak en uit de KNMG-richtlijn voor opzegging van zorgovereenkomsten. Als de opzegging niet voldoet aan de zorgvuldigheidseisen kan dit tot gevolg hebben dat er geen sprake is van een gewichtige reden om de zorgovereenkomst te beëindigen.

In dit artikel bespreek ik twee zorgvuldigheidseisen: de waarschuwingsplicht en de verplichting om te onderzoeken of de zorgrelatie kan worden hersteld. Deze gelden in het geval het gedrag van de cliënt of een betrokken derde (familie bijvoorbeeld) de reden is om de zorgrelatie te beëindigen.

1. Waarschuwingsplicht

De eerste zorgvuldigheidseis is de waarschuwingsplicht.[1] Voordat een opzegging kan plaatsvinden moet er eerst gewaarschuwd worden en de cliënt of de betrokken familie de kans krijgen om het gedrag aan te passen.

Het ongewenste gedrag dient geconcretiseerd te worden en duidelijk moet worden gemaakt wat de consequentie is indien er niets verandert. Ook moeten incidenten schriftelijk worden vastgelegd.[2] De vastlegging en het wijzen op incidenten is niet voldoende. Het gedrag moet worden geavaleerd, waarbij de betrokkene de kans krijgt het gedrag daarop aan te passen. Pas als dit alles geen effect sorteert, mag de zorgovereenkomst worden opgezegd.

Alleen in uitzonderlijke gevallen kan een waarschuwing achterwege blijven en per direct worden opgezegd. in mijn vorige artikel besprak ik een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg. In dat geval ging het om een onverwacht en zeer ernstig incident dat een zo grote impact had op de zorginstelling en de andere cliënten dat directe opzegging noodzakelijk was en daarom zonder waarschuwing werd toegestaan. [3] Het zal in deze gevallen er ook van afhangen of andere zorgvuldigheidseisen wel juist zijn toegepast.

Hoe moet worden gewaarschuwd?

De waarschuwing moet mondeling worden gegeven en schriftelijk worden bevestigd. Binnen de tuchtrechtspraak is een opzegging zonder voorafgaande mondelinge bespreking van de waarschuwing als onzorgvuldig bestempeld.[4]

Als aanvullende afspraken worden gemaakt, moeten deze schriftelijk worden vastgelegd. Hiermee kan worden aangetoond dat de juiste stappen zijn gevolgd. Bewijs is immers van belang. 

2. Onderzoek of zorgrelatie kan worden hersteld.

Van een zorgverlener wordt verwacht dat hij onderzoekt of de verstoorde zorgrelatie kan worden hersteld. [5] Dat kan met verbetertrajecten of bemiddelingsgesprekken. Het enkele feit dat de zorgaanbieder en de (vertegenwoordigers van) de cliënt een moeizame relatie hebben, is onvoldoende voor de opzegging van de zorgovereenkomst.

Slechts wanneer blijkt dat de zorgrelatie onherstelbaar is beschadigd, kan de zorgovereenkomst worden opgezegd. Hieronder valt ook de situatie waarin de cliënt niet wil meewerken aan een hersteltraject.[6]

Conclusie

In dit artikel besprak ik de eerste twee zorgvuldigheidseisen. Het volgende artikel behandelt de zorgvuldigheidseisen die bij elke opzeggingskwestie gelden.

[1] Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 10 april 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3378, rechtsoverweging 6.7; Rb. Noord-Holland, 14 december 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:10975, rechtsoverweging 4.1.
[2] Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 10 april 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3378, rechtsoverweging 6.17.
[3] Rb. Limburg, 23 maart 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:2542, rechtsoverweging 4.8.
[4] CTG 26 april 2011, ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG1287, rechtsoverweging 5; Geschillencommissie Zorg, 4 november 2021, 20691/28035; Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, 15 december 2022, 157164/178644. Vgl. RTG Amsterdam 28 oktober 2021, ECLI:NL:TGZRAMS:2021:99, r.o. 3.7.
[5] Rb. Noord-Nederland 16 november 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:5003, rechtsoverweging 4.8; Rb. Overijssel 16 juli 2020, ECLI:NL:RBOVE:2020:2857, rechtsoverweging 4.10.
[6] RTG Eindhoven 17 januari 2019, ECLI:NL:TGZREIN:2019:4, rechtsoverweging 5.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neemt contact op met een van onze specialisten. Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

mr. M. (Martijn) S. Bugter...

Advocaat

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn