Inhoudsopgave

Opzegging zorgovereenkomst – een stappenplan. Stap 2: Is er een gewichtige reden voor opzegging?

Overeenkomsten kunnen worden opgezegd als dit is afgesproken. Dit geldt ook voor zorgovereenkomsten. Aan de opzegging van zorgovereenkomsten kunnen zware eisen worden gesteld. De gedachte hierachter is dat de zorgvrager afhankelijk is van de zorghulpverlener en het onwenselijk is als de zorgvrager plotseling zonder zorg komt te zitten.

In mijn vorige artikel schreef ik dat bij opzegging van zorgovereenkomsten rekening moet worden gehouden met de regels die gelden voor de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Een belangrijke vraag die in verband daarmee altijd wordt gesteld, is of daar een gewichtige reden voor is (art. 7:460 BW).

Wat is een gewichtige reden?

Met het vereiste van de gewichtige reden wil de wetgever voorkomen dat – gelet op de noodzakelijke zorgbelangen van de client – de zorgovereenkomst stopt en zorghandelingen worden beëindigd.[1]

De wet zegt niet wat een gewichtige reden is. Dat zal dus per geval beoordeeld moeten worden. De rechtspraak en in aanvulling daarop KNMG-richtlijnen geven duidelijkheid om na te gaan of er een gewichtige reden is.

Voor welk gedrag van de zorgvrager kan een zorgovereenkomst worden opgezegd?

Soms is het gedrag van de zorgvrager de reden om een zorgovereenkomst niet voort te zetten. Daarbij moet het gaan om ernstig gedrag dat de zorgovereenkomst niet kan worden voortgezet. Denk aan zeer ernstig lichamelijk of verbaal agressief gedrag[2], zorg mijden [3],  overlast [4], gebrek aan informatie door de client, wanbetaling en ernstige meningsverschillen over de zorgverlening.

Een eenmalig incident zal in de meeste gevallen niet genoeg zijn om de zorgovereenkomst te beëindigen. Het is echter niet uitgesloten dat één incident voldoende is om de zorgovereenkomst op te zeggen, zo oordeelde een voorzieningenrechter in Maastricht[5].  In deze zaak had een client een medewerker van de zorginstelling ernstig mishandeld. De betrokken medewerker was daardoor lange tijd uit de roulatie en ook de andere cliënten waren door de gebeurtenis ontregeld. De ouders van de client wilde dat hij weer werd opgenomen, alleen verzette de zorginstelling zich daartegen. De voorzieningenrechter gaf de zorginstelling gelijk. Ten eerste zou bij terugkeer de onrust bij de andere cliënten toenemen en een slechte invloed hebben op hun behandeling. Daarnaast sloot de rechter de kans op herhaling niet uit. De voorzieningenrechter oordeelde daarom dat het belang van de zorgaanbieder zwaarder woog dan het belang van de client om weer terug te keren.

Kan een zorgovereenkomst worden opgezegd door het gedrag van betrokken familieleden of vertegenwoordigers?

Het gedrag van personen die bij de zorgvrager betrokken zijn, kan een aanleiding zijn de zorgovereenkomst te beëindigen. In dat geval worden er echter zwaardere eisen gesteld aan de opzegging. Dit zou anders kunnen betekenen dat de zorgvrager zonder zorg komt te zitten, terwijl diegene daar zelf niets aan kan doen. Bovendien liggen in zulke gevallen wellicht lichtere maatregelen voor de hand.

Zijn er nog meer gewichtige redenen?

Er zijn ook andere gewichtige redenen denkbaar die niet te wijten zijn aan het gedrag van de zorgvrager of personen die bij de zorgvrager betrokken zijn. Als een zorginstelling kampt met een personeelsprobleem of budgettair probleem, waardoor de zorg niet meer verleend kan worden, is opzegging ook mogelijk. Daarnaast kan de zorgindicatie van de zorgvrager vervallen of de zorgvraag zodanig wijzigen waardoor de hulpverlener niet meer de zorg kan bieden.

Waar moet bij opzegging van de zorgovereenkomst nog meer rekening mee worden gehouden?

Als een zorgverlener beschikt over een gewichtige reden kan de zorgovereenkomst niet zonder meer direct worden beëindigd. Er moet altijd rekening worden gehouden met zorgvuldigheidseisen. Deze hebben vooral te maken met het uitgangspunt dat een zorgvrager niet zomaar zonder zorg komt te zitten. Als deze zorgvuldigheidseisen niet in acht worden genomen, kan dat ertoe leiden dat van een gewichtige reden geen sprake is en dat opzegging dus (nog) niet aan de orde is. In de volgende twee artikelen bespreek ik deze zorgvuldigheidseisen.


[1] Kamerstukken II 1990/91, 21561, nr. 6, p. 67 (MvA).

[2] Rb. Zutphen (vzr.) 25 september 2008, ECLI:NL:RBZUT:2008:BF3173.
[3] Gerechtshof Den Haag 2 augustus 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2053.
[4] Rb. Midden-Nederland 16 maart 2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:952.
[5] Rb. Limburg, 23 maart 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:2542, rechtsoverweging 4.9.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neemt contact op met een van onze specialisten. Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

mr. M. (Martijn) S. Bugter...

Advocaat

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn