Een onderbewindgestelde huurder werkt niet mee aan de bestrijding van een kakkerlakkenplaag in zijn flatwoning. De betrokken woningcorporatie wendt zich tot de rechtbank Midden-Nederland om hier iets aan te doen.
De huurder woont in een flatwoning. Bewoners van het complex hebben al geruime tijd last van kakkerlakken. Een ongediertebestrijder stelt vast dat de bron van de plaag zich in de woning van de onderbewindgestelde bevindt. Hoewel in andere woningen diverse pogingen worden gedaan om de overlast te bestrijden, blijft de plaag bestaan. De huurder belooft aanvankelijk mee te werken, maar komt deze toezegging niet na.
Vordering
De woningcorporatie start daarop een kortgedingprocedure bij de rechtbank Midden-Nederland. Zij vordert dat de bewindvoerder van de onderbewindgestelde ervoor zorgt dat medewerking wordt verleend aan de bestrijding van de kakkerlakken. Voor het geval deze medewerking wordt geweigerd, vraagt de woningcorporatie om tijdelijke ontruiming van de woning gedurende de noodzakelijke bestrijdingsmaatregelen.
Dringend
Op grond van de wet is een huurder verplicht medewerking te verlenen aan dringende werkzaamheden in zijn woning. Volgens de voorzieningenrechter is in deze zaak duidelijk dat de bestrijdingswerkzaamheden dringend zijn. De rechter stelt vast dat de bewoners in het flatgebouw al geruime tijd overlast ervaren en dat de plaag, ondanks eerdere maatregelen, nog steeds voortduurt. Onderzoek door een ongediertebestrijder wijst uit dat de flatwoning van de onderbewindgestelde met zekerheid de bron van de kakkerlakken is. Uitstellen van de werkzaamheden leidt tot verder nadeel voor de andere bewoners, waardoor de werkzaamheden als dringend worden beschouwd.
Bestrijding
De rechter bepaalt dat de bewindvoerder namens de onderbewindgestelde medewerking moet verlenen aan het bestrijden van de kakkerlakken. Als dit niet gebeurt, kan de flatwoning tijdelijk worden ontruimd zodat de bestrijdingswerkzaamheden alsnog kunnen worden uitgevoerd.