Inhoudsopgave

Huurder moet huis uit na misdragingen

Een huurder in een wooncomplex gedraagt zich intimiderend en agressief naar medebewoners en medewerkers van de woningbouwcorporatie. De corporatie eist in een kort geding ontruiming van zijn woning. Met succes. Maar een gebiedsverbod gaat te ver, vindt de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Een woningbouwcorporatie gespecialiseerd in woningen voor 55+'ers en mensen met een beperking ondervindt ernstige overlast van een huurder. Zo zou de man zich bedreigend en agressief uitlaten naar zijn buren en naar medewerkers van de corporatie. Die voelen zich daardoor niet meer veilig. Ook zou de man meerdere keren brand hebben gesticht in een containerruimte. In een kort geding bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant eist de corporatie ontruiming van zijn huurwoning en een gebiedsverbod: hij mag een jaar lang niet binnen een afstand van 50 meter van het wooncomplex komen.

Ernstig misdragen

Vast staat dat de huurder zich langere tijd ernstig heeft misdragen. Gelet op de aard van die misdragingen acht de kantonrechter het aannemelijk dat omwonenden en medewerkers van de corporatie bang voor hem zijn geworden. De man zelf ontkent dat hij omwonenden heeft bedreigd, maar hij erkent wel dat hij verschillende medewerkers meerdere keren heeft beledigd en ongepaste woorden heeft gebruikt. Ook geeft hij toe dat hij zich in zijn boosheid intimiderend en bedreigend heeft uitgelaten. Hij ontkent ook niet dat de fysieke bewonersspreekuren zijn stopgezet omdat medewerkers bang voor hem zijn. Voldoende aannemelijk is ook dat buurtbewoners zich door het gedrag van de man onveilig voelen in het wooncomplex. 

Uit de overgelegde videobeelden van de brand in de containerruimte kan de kantonrechter echter niet afleiden dat de man met opzet brand heeft gesticht. Wel heeft hij onzorgvuldig gehandeld door een uitgedrukte sigaret die bij het restafval hoort in de papiercontainer te gooien. Dat sprake is geweest van andere branden door zijn schuld is niet onderbouwd en daarmee niet aannemelijk geworden.

Ernstige tekortkoming

Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter levert het gedrag van de huurder een ernstige tekortkoming op in de nakoming van de huurovereenkomst en kan van de woningbouwcorporatie niet worden verlangd dat zij de huurovereenkomst voortzet. De kantonrechter weegt hierbij mee dat de man verschillende keren is gewaarschuwd, waardoor het duidelijk moet zijn geweest dat zijn gedrag niet wordt getolereerd. Er is voldoende komen vast te staan dat de bodemrechter bij een daartoe strekkende vordering zal oordelen dat er grond is voor ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het huurhuis. De kantonrechter wijst de geëiste ontruiming dan ook toe.

Geen gebiedsverbod

Het gebiedsverbod wordt niet opgelegd. In het wooncomplex woont een zieke tante van de man. Hij gaat twee keer per dag bij haar langs en doet boodschappen voor haar. Het belang van de man om zich vrijelijk te kunnen bewegen om zijn tante te bezoeken, weegt naar het oordeel van de kantonrechter vooralsnog zwaarder dan het belang van de corporatie en haar medewerkers en de bewoners van het wooncomplex om niet met hem geconfronteerd te worden. De kantonrechter weegt daarbij mee dat de man zich heeft aangemeld voor een training om zijn agressie te reguleren.

ECLI:NL:RBZWB:2023:1293

 

Bron:Rechtbank Zeeland-West-Brabant| jurisprudentie| ECLI:NL:RBZWB:2023:1293 10292483_E10022023| 09-02-2023
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn