Inhoudsopgave

Aanprijzen van sigarettenfilters leidt tot bestuurlijke boete

Het filter van een sigaret is weliswaar niet te kwalificeren als een tabaksproduct of aanverwant product, maar zo’n kwalificatie is ook niet noodzakelijk voor het in de Tabaks- en rookwarenwet (Trw) opgenomen reclameverbod. Dat ondervond een eigenares van een groothandel in voedings- en genotmiddelen die een boete kreeg wegens overtreding van dit verbod.

Op de website van de groothandel worden consumenten geïnformeerd over de sigarettenfilter. Toezichthouders van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nvwa) constateren na een internetinspectie dat deze informatie als reclame of commerciële mededeling aangemerkt kan worden. Zo worden er wervende teksten gebruikt en zijn er afbeeldingen met rook op de website te zien.

Boete

De Nvwa (verweerder) laat de eigenares van de website weten van plan te zijn een boete op te leggen van 135.000 euro. De eigenares dient daarop haar zienswijze op dit voornemen in. Bij besluit krijgt zij daarna een boete opgelegd van 30.000 euro. Van belang wordt onder meer geacht dat het filter weliswaar zelf geen tabaksproduct of aanverwant product is, maar dat de ruimte om er reclame voor te maken door het reclameverbod wordt beperkt. Het is namelijk een product dat naar zijn aard en werking bedoeld is om in combinatie met tabaksproducten te worden gebruikt, aldus verweerder. 

Omdat de groothandel niet in de categorie valt van grote bedrijven en multinationals die de wetgever bij de introductie van het hoogste boetetarief voor fabrikanten, groothandelaars en importeurs op het oog heeft gehad, wordt de boete nogmaals flink verlaagd, tot 9.000 euro.

Te ver opgerekt

De eigenares van de website is het hier alsnog niet mee eens en gaat in bezwaar, dat ongegrond wordt verklaard. Daartegen gaat ze in beroep bij de rechtbank Rotterdam, die de rechtmatigheid en evenredigheid van de opgelegde boete moet beoordelen. De rechtbank buigt zich eerst over de vraag of sprake is van overtreding van het reclameverbod, zoals neergelegd in artikel 5, lid 1 Trw.

De eigenares stelt niet de intentie te hebben gehad reclame te maken voor tabaksproducten: de op de site geplaatste informatie zou zuiver informatief van aard zijn. Volgens haar kan het filter niet worden gekwalificeerd als tabaksproduct of aanverwant product, zoals gedefinieerd in de Trw. Ze is het er dan ook niet mee eens dat zij die wet overtreedt met vermeldingen die zien op een product dat niet valt onder de reikwijdte van deze wet. Evenmin is ze het eens met het standpunt dat er per definitie sprake is van aanprijzen of bekendheid geven aan een tabaksproduct wanneer een uiting gerelateerd is aan een tabaksproduct in het algemeen, zoals verweerder stelt. Zo wordt volgens haar het reclameverbod voor tabaksproducten te ver opgerekt. 

Grondslag in de wet

De rechtbank volgt haar daarin niet en is het met verweerder eens dat het reclameverbod is overtreden. Volgens de rechtbank appelleren de op de website gebruikte teksten aan prettige sensaties bij het roken van tabaksproducten en hebben zij daarmee een aanprijzende werking ten aanzien van die producten. Met het plaatsen van allerlei foto's van brandende sigaretten wordt daarnaast in zijn algemeenheid bekendheid gegeven aan tabaksproducten. Dat niet voor een bepaald sigarettentype of -merk reclame wordt gemaakt, betekent nog niet dat er dus van reclame geen sprake is. Daarbij verwijst de rechtbank naar de nota van wijziging van de Tabakswet, waaruit volgt dat de wetgever heeft beoogd alle marketing, reclame, promotie en sponsoring voor tabaksproducten te verbieden. Dat het verbod op het tonen van sigarettenfoto's geen grondslag vindt in de wet, zoals de eigenares stelt, slaagt dus niet. Het tonen van een afbeelding met een brandende sigaret gaat volgens de rechtbank bovendien verder dan nodig is om de werking van zo'n filter toe te lichten. 

Omdat de uitzonderingen op het reclameverbod niet van toepassing zijn, is er terecht een boete opgelegd, aldus de rechtbank. Uit de door de eigenares aangevoerde beroepsgronden is ook niet op te maken dat de hoogte van de gegeven boete onevenredig is. De beroepsgrond slaagt daarom niet.

Gelijkheidsbeginsel

Is het bestreden besluit dan in strijd met het gelijkheidsbeginsel? Volgens de eigenares wordt er veel reclame gemaakt voor andere producten, die naar hun aard en werking bedoeld zijn om in combinatie met tabaksproducten te worden gebruikt. Hierbij verwijst zij naar nicotinepleisters en -kauwgom en vloeitjes van een bepaald sigarettenmerk. Het is aan haar om aannemelijk te maken dat sprake is van gelijke gevallen en daarin slaagt ze volgens de rechtbank niet. Zo zijn de teksten van de website van het sigarettenmerk waar ze naar verwijst anders en worden op die site geen afbeeldingen getoond van brandende sigaretten. Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt daarom niet. De boete is terecht opgelegd. 

ECLI:NL:RBROT:2022:9383

Bron:Rechtbank Rotterdam| jurisprudentie| ECLI:NL:RBROT:2022:9383 ROT 21/5024| 02-11-2022
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn