Een werknemer valt tijdens haar werkzaamheden van een trap en houdt de werkgever aansprakelijk voor de schade die zij daarbij oploopt. Ze had zelf beter moeten uitkijken, vindt de kantonrechter.
Een vrouw werkt als huishoudelijke hulp in de thuiszorg. Op een dag werkte zij in een wooncomplex, een cliënt van de zorgorganisatie waar zij in dienst is. Daar is zij in het trappenhuis, lopend op slippers, van de trap gevallen en heeft ze haar enkel gebroken. De vrouw houdt haar werkgever aansprakelijk voor dit arbeidsongeval, en eist € 69.610 aan schadevergoeding. Daarnaast wil zij dat zij wordt gecompenseerd voor het verlies van arbeidsvermogen, kosten van huishoudelijke hulp, verminderde zelfwerkzaamheid en pensioenschade. Als haar werkgever dit alles afwijst, schakelt zij de kantonrechter (rechtbank Rotterdam) in.
Zorgplicht
In het Burgerlijk Wetboek staat – en dat is een hele mond vol – dat de werkgever verplicht is ‘de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee een werknemer de arbeid verricht, op zodanige wijze in te richten, te onderhouden en zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.’ Hoewel deze zorgplicht ver gaat, biedt deze geen absolute waarborg voor bescherming van de werknemer. De werkgever hoeft zijn werknemers niet tegen iedere vorm van gevaar te beschermen en hen absolute veiligheid te bieden bij de uitoefening van het werk. Ook daarbij geldt een zeker ‘normaal maatschappelijk risico’ waarvoor een getroffen werknemer zijn werkgever niet met succes kan aanspreken. Dat zijn bijvoorbeeld gevallen waarbij de werknemer zelf moet opletten: gevaren die men ook tegenkomt in het dagelijks leven. De werkgever mag dan rekenen op die normale oplettendheid.
Algemene oplettendheid
Bij een val van een trap is de werkgever niet snel aansprakelijk. Traplopen is een alledaagse activiteit waarvoor de werkgever geen nadere maatregelen hoeft te treffen en waarbij hij erop mag vertrouwen dat de werknemer de algemene oplettendheid en normale voorzichtigheid in acht neemt. De vrouw stelt dat de zorgorganisatie haar had moeten instrueren geen slippers te dragen en had haar goede schoenen moeten geven. Maar daar is de kantonrechter het niet mee eens. De vrouw werkte al enkele jaren in dit wooncomplex. Het ging bovendien om een normale dagelijkse handeling: met een (lichte) vuilniszak een trap aflopen. De werkgever mocht ervan uitgaan dat zij oplettend en voorzichtig zou zijn. Dat de trap nat zou zijn geweest, maakt dit niet anders: juist dan had de vrouw extra moeten opletten. Daar komt bij dat de trap zich bevond op een locatie waarover de zorgorganisatie geen zeggenschap had. De zorgorganisatie is niet aansprakelijk voor het arbeidsongeval, de vrouw krijgt geen schadevergoeding.