Twee mannen lenen een bedrag van € 100.000 aan een BV van een vriendin. De BV gaat failliet en de mannen willen hun geld terug. Dat is immers wat de vriendin heeft beloofd. Maar die belofte hoeft zij niet waar te maken, volgens de rechtbank Den Haag, omdat deze niet op schrift staat.
Volgens de mannen moet de vriendin het bedrag persoonlijk terugbetalen, omdat zij hierover verschillende keren mondeling een toezegging heeft gedaan. In een tussen partijen gesloten geldleningsovereenkomst is echter niets opgenomen over de afspraak.
Mondelinge afspraak
De vriendin heeft meermaals mondeling verklaard – ook na het faillissement van de BV – dat het haar eer te na zou zijn om bij faillissement het geld niet terug te betalen. Dat de vriendin bij faillissement van de BV het geld persoonlijk zou terugbetalen is ook als voorwaarde besproken tijdens gesprekken over de geldleningsovereenkomst. De voorwaarde is echter nooit in de overeenkomst opgenomen, omdat dit volgens de vriendin niet kon.
Bedoeling
De rechtbank vindt echter dat de mannen uit de verklaringen en gedragingen van hun vriendin mochten afleiden dat zij de bedoeling had om de geldlening terug te betalen, in de situatie dat de BV, bijvoorbeeld door faillissement, het geleende bedrag niet zou kunnen terugbetalen. De mannen hebben deze afspraak een dag voor het tekenen van de geldleningsovereenkomst ook nog besproken met de vriendin. Ook termen in e-mails als ‘mijn eer en woord’ en ‘eer te na om voor mijn verantwoordelijkheden weg te lopen’ wijzen erop dat de vriendin deze verbintenis wilde aangaan.
Borgtocht
Dit betekent volgens de rechtbank echter nog niet dat de vriendin het bedrag nu ook persoonlijk moet terugbetalen. Volgens de rechtbank kwalificeert de mondelinge afspraak als een overeenkomst van borgtocht: de vriendin wilde met deze afspraak zekerheid stellen voor de schuld van haar BV. Van hoofdelijke aansprakelijkheid, zoals gesteld door de mannen, is geen sprake volgens de rechtbank, omdat de schuld werd gebruikt voor investeringen in de onderneming en de vriendin niet hoofdelijk draagplichtig was voor de lening.
Particulier
Een vordering op grond van een particuliere overeenkomst van borgtocht kan alleen worden toegewezen als sprake is van een schriftelijke en ondertekende overeenkomst. Dit dient ter bescherming van particulieren die te lichtzinnig overeenkomsten van borgtocht aangaan. Bij de beoordeling of sprake is van een particuliere overeenkomst is doorslaggevend of het geld, waarvoor de borg als zekerheid dient, is aangewend voor normale bedrijfsuitoefening. Als dat het geval is, is de overeenkomst niet particulier.
Gemengd
Volgens de rechtbank had de borgtocht in dit geval een gemengd karakter: een deel werd gebruikt voor de normale bedrijfsuitoefening en een deel voor opstartkosten, zoals de aanschaf van de onderneming, inventaris en verbouwing – kosten die niet zijn aan te merken als kosten voor de normale bedrijfsvoering. Omdat de twee delen niet kunnen worden gesplitst, brengt dit volgens de rechtbank met zich mee dat de hele overeenkomst van borgtocht onder het beschermde regime van de particuliere borgtocht valt. Daar komt de vriendin goed mee weg. Want vanwege het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst waarin die borgtocht is opgenomen, wordt de vordering van de mannen door de rechtbank volledig afgewezen.