Een BV stelt verzet in tegen de uitdelingslijst in het faillissement van een bedrijf. De vordering van de BV op het failliete bedrijf is op die lijst aangemerkt als concurrente vordering. De BV meent echter dat haar vordering een boedelvordering is die met voorrang moet worden behandeld. Maar daar gaat de rechter niet in mee.
Een uitdelingslijst is een document waarin de verdeling van een failliete boedel wordt vastgelegd. Het toont een overzicht van de schuldeisers, de omvang van hun vorderingen en de volgorde waarin deze worden voldaan.
Boedelvordering
In een faillissement zijn drie type vorderingen te onderscheiden: boedelvorderingen, preferente vorderingen en concurrente vorderingen. Bij uitkering zijn eerst de boedelvorderingen aan de beurt, daarna volgen preferente crediteuren en concurrente crediteuren. In het faillissement in deze zaak zijn slechts voldoende middelen om de boedelvorderingen en een deel van de preferente vorderingen te betalen. Om die reden wil de BV dat haar vordering als boedelvordering wordt aangemerkt en niet als concurrente vordering.
Huurkoopovereenkomst
Het bezwaar van de BV heeft betrekking op een vordering op basis van een huurkoopovereenkomst met het bedrijf voor een brander en bijbehorend besturingssysteem. Volgens de BV is zij nog eigenaar van deze goederen: op het moment dat het bedrijf failliet ging had het bedrijf nog niet alle huurkooptermijnen voldaan en in de huurkoopovereenkomst staat dat de brander en het besturingssysteem eigendom blijven van de BV totdat alle huurkooptermijnen zijn voldaan. Omdat de BV nog eigenaar is van de zaken, heeft ze een vordering op de boedel van het bedrijf, zo meent ze. Ook vordert de BV betaling van de resterende huurkooptermijnen. Deze laatste vordering is volgens de BV op basis van de wet een boedelvordering, zoals alle huurschulden.
Natrekking
Volgens de rechtbank is echter geen sprake van een boedelvordering omdat de BV geen eigenaar meer is van de brander en het besturingssysteem. Beide zaken zijn geïnstalleerd in een poedercoatoven van het bedrijf en daarmee bestanddeel geworden van de oven. Door natrekking is als gevolg hiervan de eigendom van de brander en het besturingssysteem overgegaan op het bedrijf. Dat in de overeenkomst een eigendomsvoorbehoud is opgenomen, doet daaraan niets af.
Huur
Wel heeft de BV een vordering op het bedrijf voor de niet betaalde huurkooptermijnen. Deze vordering kwalificeert echter niet als boedelvordering, omdat het gaat om huurkoop en niet om huur. Dat maakt dat de wettelijke bepaling waaruit volgt dat huurschulden moeten worden aangemerkt als boedelschuld, niet van toepassing is. De vordering is een concurrente vordering. Het verzet van de BV wordt daarom ongegrond verklaard en de BV blijft met lege handen achter.