Inhoudsopgave

Verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt ook voor aan werkgever gelieerde onderneming

Ook ten aanzien van werknemers van aan hun werkgever gelieerde vennootschappen geldt de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel, waarbij bewezen moet worden dat de door hen veroorzaakte schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid. Dat volgt uit een arrest van de Hoge Raad in een zaak waarin een werkneemster beschuldigd wordt van betrokkenheid bij verduistering.

Een werkneemster is van 2006 tot 2017 in dienst geweest bij een vennootschap van een concern, een autoschadebedrijf, eerst als administratief medewerkster en later als hoofd administratie. In 2017 wordt ontdekt dat de financieel directeur van het bedrijf ongeveer één miljoen euro heeft verduisterd, waarvoor hij strafrechtelijk veroordeeld is. Deze financieel directeur was ook de leidinggevende van de werkneemster. 

Verduistering

Volgens vier vennootschappen van het bedrijf was ook deze werkneemster betrokken bij de verduistering. Bij de rechtbank eisen ze een verklaring voor recht dat de vrouw onrechtmatig jegens het bedrijf heeft gehandeld door ervoor te zorgen dat een van de vennootschappen zonder enig recht of titel bepaalde betalingen heeft verricht of door die betalingen in de administratie te verhullen. Ze stellen de werkneemster aansprakelijk voor de schade en eisen ruim een miljoen euro van haar. 

Verklaringen voor verwijten

De rechtbank Oost-Brabant wijst de vordering af en die uitspraak wordt door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bekrachtigd. Aan dat oordeel ligt vooral ten grondslag dat de vier vennootschappen onvoldoende concreet onderbouwde stellingen naar voren hebben gebracht die kunnen leiden tot toewijzing van de vordering. Daarbij hecht het hof veel waarde aan het feit dat de werkneemster verklaringen heeft gegeven voor de verwijten die haar worden gemaakt. Het hof vindt ook dat de meeste bewijsaanbiedingen van de vennootschappen niet ter zake dienend zijn.

Verhoogde aansprakelijkheidsdrempel

De vier vennootschappen stappen naar de Hoge Raad. Die oordeelt allereerst dat de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel, zoals die geldt tussen werkgevers en werknemers, van toepassing is, waarbij opzet of bewuste roekeloosheid van de werkneemster bewezen dient te worden. De vier vennootschappen hadden aangevoerd dat die aan de wet ontleende maatstaf niet geldt in de onderhavige rechtsverhouding, nu de werkneemster niet in dienst was van de groep en deze vennootschappen evenmin haar materiële werkgever waren. Niet de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel is daarom van toepassing, maar de algemene regels over onrechtmatige daad gelden.

Volgens de Hoge Raad heeft het hof echter juist geoordeeld dat de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt. Het hof heeft daarbij terecht van belang geacht dat de werkneemster weliswaar niet in dienst was bij een van de vennootschappen die haar aansprakelijk stelt, maar wel bij een aan deze vennootschappen gelieerde vennootschap, aldus de Hoge Raad. Haar werkzaamheden beperkten zich ook niet tot de vennootschap van haar materiële werkgever: zij verrichtte werk voor alle tot de groep behorende bedrijven en dus ook voor de vier vennootschappen in deze procedure. Daarnaast hield de aan de werkneemster verweten betrokkenheid bij de verduistering geheel verband met de manier waarop zij haar werkzaamheden uitvoerde. 

Bewijsaanbiedingen onterecht verworpen

Wel is de Hoge Raad het met de eisers in cassatie eens dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat zij onvoldoende concreet onderbouwde stellingen naar voren hebben gebracht, waarbij vooral van belang werd geacht dat de werkneemster verklaringen heeft gegeven voor de verwijten die haar worden gemaakt. Dat zij dit heeft gedaan, vormt volgens de Hoge Raad niet een voldoende motivering voor dat oordeel. Het hof heeft niet goed onderzocht of deze verklaringen wel kloppen en dat had – mede gelet op alles wat de vier vennootschappen daartegenover hebben aangevoerd – wel gemoeten, stelt de Hoge Raad. Ook is de Hoge Raad het met eisers eens dat het hof hun bewijsaanbiedingen op onjuiste en ontoereikende gronden heeft verworpen. Dat oordeel is zonder nadere motivering onbegrijpelijk, aldus de Hoge Raad.

Het arrest van het hof wordt daarom vernietigd. De zaak wordt voor verdere behandeling en beslissing verwezen naar het hof Arnhem-Leeuwarden.

ECLI:NL:HR:2022:1813

 

 

Bron:Hoge Raad| jurisprudentie| ECLI:NL:HR:2022:1813, 21/03352| 01-01-2023
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn
De Kempenaer Advocaten
Privacyoverzicht

De Kempenaer Advocaten respecteert de privacy van alle bezoekers van haar websites.

Wij maken gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat tijdens uw bezoek aan een website naar uw computer wordt gestuurd en daarop wordt geplaatst. Wij gebruiken cookies om onze websites optimaal te laten functioneren.

U kunt de cookies van uw harde schijf verwijderen.

Ook kunt u cookies uitschakelen via uw browser. Zie hiervoor:

Internet Explorer: https://support.microsoft.com/nl-nl/help/17442/windows-internet-explorer-delete-manage-cookies

Mozilla Firefox: https://support.mozilla.org/en-US/kb/enable-and-disable-cookies-website-preferences

Safari: https://support.apple.com/kb/PH19214?locale=nl_NL

Google Chrome: https://support.google.com/chrome/answer/95647?hl=en-GB&hlrm=nl

 

Onze websites bieden op verschillende plaatsen mogelijkheden tot interactie, zoals bijvoorbeeld het invullen van formulieren ter deelneming aan onze seminars. De daarbij door u verstrekte gegevens worden uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor u ze hebt verstrekt. Uw gegevens worden zonder uw toestemming niet aan derden verstrekt, tenzij dat noodzakelijk is voor het doel waarvoor u die gegevens hebt verstrekt.

Onze website maakt gebruik van Google Analytics voor het verkrijgen van bezoekersstatistieken. De statistieken van Google Analytics worden door ons gebruikt om inzicht te krijgen in de bezoekersaantallen, de populaire pagina’s en om daarmee onze website te verbeteren. De informatie die door Google wordt verzameld, wordt geanonimiseerd opgeslagen. De Kempenaer Advocaten en Google kunnen niet zien welke personen onze website hebben bezocht.

De informatie die Google verzamelt, wordt mogelijk opgeslagen op servers buiten de Europese Economische Ruimte. De Kempenaer Advocaten heeft geen invloed op het gebruik van de data door Google en/of derde partijen. Google kan de gegevens verstrekken aan derden als zij daartoe op grond van de wet verplicht is of voor zover de informatie namens Google door derden wordt verwerkt. Voor meer informatie verwijzen wij u naar het Privacybeleid van Google: https://www.google.nl/intl/nl/policies/privacy/ en naar Google Analystics:https://www.google.com/intl/nl_nl/analytics/

 

In onze website staan knoppen om pagina’s te kunnen te delen of liken op de sociale netwerken LinkedIn, Facebook en Twitter. Dit wordt gerealiseerd door codes die worden aangeleverd door betreffende sociale netwerken. De codes plaatsen onder meer een cookie.

In de privacyverklaring van de sociale netwerken (die regelmatig wijzigen) kunt u lezen wat zij met de persoonsgegevens doen die zij met deze code verwerken.

LinkedIn: https://www.linkedin.com/legal/privacy-policy

Facebook: https://www.facebook.com/policy.php

Twitter: https://twitter.com/en/privacy

Indien u een relatie met De Kempenaer Advocaten heeft, heeft u het recht om de informatie die wij van u hebben op te vragen en (indien nodig) aan te passen. U kunt daarvoor contact met ons opnemen via mail@dekempenaer.nl

Voor verdere vragen over dit onderwerp kunt u contact met ons opnemen via het e-mailadres mail@dekempenaer.nl of door gebruik te maken van het contactformulier op onze website.