Een exploitant van een windpark belooft een omwonende tijdens een huisbezoek een vergoeding van € 2.500 per jaar vanwege overlast. De voorwaarden bij die vergoeding worden later aan de man bekendgemaakt. De man vindt dat deze voorwaarden voor hem niet gelden, omdat hem mondeling een onvoorwaardelijke vergoeding is beloofd. Hij vraagt de rechtbank Midden-Nederland dat voor recht te verklaren. Ook vordert hij een vergoeding van € 2.500 over het jaar 2023. De man vangt echter bot.
Een man woont in de omgeving van een windpark. Eén van de windmolens staat op minder dan 1200 meter afstand van zijn woning. Het bedrijf dat het windpark exploiteert heeft bij een huisbezoek tegen de man gezegd dat hij jaarlijks een vergoeding van € 2.500 ontvangt vanaf het moment dat het windpark in gebruik wordt genomen. Later wordt hem een overeenkomst gestuurd met de voorwaarden waaronder die vergoeding wordt toegekend. De man ondertekent de overeenkomst niet. Daarom wil de exploitant het bedrag ook niet betalen aan de man. Reden voor de man zich te wenden tot de rechtbank Midden-Nederland. Volgens hem heeft hij onvoorwaardelijk recht op een jaarlijkse vergoeding van € 2.500.
Onvoorwaardelijk
De rechtbank bekijkt naar aanleiding van dat verzoek wat de man en de exploitant op basis van de omstandigheden van elkaar mochten verwachten. Volgens de man heeft de exploitant hem onvoorwaardelijk toegezegd dat de exploitant hem jaarlijks € 2.500 zal betalen. Dat onderbouwt hij door te stellen dat de exploitant tijdens het huisbezoek niet over voorwaarden heeft gesproken, waardoor hij erop mocht vertrouwen dat er dus geen voorwaarden aan die toezegging werden gesteld.
Voorwaarden
Dit is naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende om aan te nemen dat er aan de betaling van de vergoeding geen enkele voorwaarde zou zijn verbonden. De man en de exploitant zijn het erover eens dat de vergoeding wordt betaald ter compensatie van eventuele hinder of overlast van het windpark. Daarom is ook te verwachten dat er enkele voorwaarden zijn, voordat iemand daadwerkelijk recht heeft op de vergoeding, zo vindt de rechtbank. Het gaat dan bijvoorbeeld om de voorwaarde dat iemand omwonende is binnen een bepaalde afstand tot de windmolen, dat de windmolen in bedrijf is of voorwaarden aan de hand van de vraag wanneer de vergoeding niet meer verschuldigd is, bijvoorbeeld als de exploitant stopt.
Afwijzing
Dit betekent volgens de rechtbank dat – ook al is daar misschien niet met zoveel woorden over gesproken – de man wel degelijk met enkele voorwaarden rekening heeft moeten houden. Sterker nog, zoals hij tijdens de zitting heeft erkend, heeft hij daar ook daadwerkelijk rekening mee gehouden. Omdat de man aan zijn vordering tot betaling van de vergoeding geen enkele voorwaarde verbindt, kan die vordering niet worden toegewezen, aldus de rechtbank.