Na een arbeidsgeschil heeft een werknemer recht op een transitievergoeding. Maar onduidelijk is over welke periode deze moet worden berekend. De kantonrechter schept duidelijkheid.
Volgens de werknemer moet ook de periode dat zij twee jaar werkzaam was bij een vorige werkgever worden meegeteld, omdat sprake is van opvolgend werkgeverschap. Haar laatste werkgever is het daar niet mee eens. De vrouw legt de kwestie voor aan de rechtbank Rotterdam.
Samentellen
In de wet staat dat voor de berekening van de duur van de arbeidsovereenkomst een of meer voorafgaande arbeidsovereenkomsten tussen dezelfde partijen, die elkaar met tussenpozen van maximaal zes maanden hebben opgevolgd, worden samengeteld. Dit geldt ook indien de werknemer achtereenvolgens in dienst is geweest bij verschillende werkgevers die, ongeacht of inzicht bestaat in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer, ten aanzien van het werk redelijkerwijze moeten worden geacht elkaars opvolger te zijn.
‘Zodanige banden-criterium’
Vóór 1 juli 2015 gold het ‘zodanige banden-criterium’ waarmee opvolgend werkgeverschap kon worden beoordeeld. Dit criterium is met de Wet Werk en Zekerheid (1 juli 2015) vervallen, maar de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de vraag van opvolgend werkgeverschap in geval van indiensttreding vóór 1 juli 2015 moet worden beantwoord aan de hand van het oude recht.
Opvolgend werkgeverschap
Er is sprake van opvolgend werkgeverschap indien de nieuwe arbeidsovereenkomst wezenlijk dezelfde vaardigheden en verantwoordelijkheden eist als de vorige overeenkomst. Daarnaast moeten tussen de voorgaande werkgevers zodanige banden bestaan dat kan worden gezegd dat het inzicht in de hoedanigheid en het functioneren van de werknemer kan worden toegerekend aan de opvolgende werkgever.
Dezelfde werkzaamheden
Deze werknemer is per 1 juli 2006 bij haar eerste werkgever in dienst getreden als medewerkster bedrijfsbureau. Zij doorliep een leer-werktraject en ontwikkelde zich dusdanig goed dat zij per 1 juli 2008 een reguliere – en dezelfde – functie bij de nieuwe werkgever kreeg. Hoewel de eerste baan een gesubsidieerde functie betrof, met een andere beloning, een andere cao en andere arbeidsvoorwaarden, en de twee werkgevers tot een andere branche behoren, is toch aan het eerste criterium voldaan. Het gaat immers om dezelfde werkzaamheden, vaardigheden en verantwoordelijkheden.
Zodanige banden
Ook bestaan tussen de twee werkgevers zodanige banden dat kan worden gezegd dat het inzicht in de hoedanigheid en het functioneren van de werknemer kan worden toegerekend aan de laatste werkgever. Dat blijkt omdat de werknemer die functie heeft aangeboden gekregen, de nieuwe werkgever was dus op de hoogte van de hoedanigheid en het functioneren van de werknemer. Beide werkgevers zijn onderdeel van hetzelfde concern en worden bestuurd door een en dezelfde (feitelijk) bestuurder.
Hogere transitievergoeding
Omdat sprake is van opvolgend werkgeverschap, moet bij de berekening van de transitievergoeding rekening worden gehouden met de periode dat de werknemer bij de eerste werkgever werkzaam was. De vergoeding valt dus hoger uit dan in eerste instantie gedacht.