Als er meer tijd nodig is om schuldeisers een akkoord aan te bieden, kan een schuldenaar verzoeken om een ‘afkoelingsperiode’. Die wordt niet altijd toegekend.
Een man dient bij de rechtbank Noord-Nederland een verzoek in voor een afkoelingsperiode van vier maanden. Het gaat niet goed met zijn bedrijf. De Belastingdienst heeft al beslag gelegd op zijn bankrekeningen. De man is bezig een akkoord met zijn schuldeisers voor te bereiden. De afkoelingsperiode is nodig om rust te creëren bij de voorbereiding hiervan. Wel moet de schuldenaar toezeggen dat binnen ten hoogste twee maanden het schuldeisersakkoord wordt aangeboden.
Drie vereisten
Daarnaast moet zijn voldaan aan drie wettelijke vereisten. De afkoelingsperiode moet noodzakelijk zijn om de onderneming tijdens de voorbereiding van en de onderhandelingen over een akkoord te kunnen blijven voortzetten, of om die onderneming door middel van een akkoord gecontroleerd te kunnen afwikkelen. Verder moeten de belangen van de gezamenlijke schuldeisers gediend zijn bij een afkoelingsperiode, en mogen door de afkoelingsperiode getroffen derden niet wezenlijk in hun belangen worden geschaad.
Bedragen
Ter zitting verklaart de man dat hij de komende zes maanden een opdracht heeft waaruit gegarandeerd € 12.000 omzet voortvloeit. Hier gaan wel kosten vanaf: € 1.750 (inkomen voor hemzelf) en € 1.750 (kosten voor internet, telefonie, boekhouding en systemen). Hij wil wat reserveren voor belastingen, voor niet-structurele bureaukosten en € 3.000 voor het WHOA-akkoord. Het restant (€ 3.300) is voor onvoorziene uitgaven. Hij is van plan om 20% aan te bieden aan de concurrente schuldeisers en 40% aan de Belastingdienst.
Onduidelijk
De bedragen die de man ter zitting noemt, verschillen echter wezenlijk van de bedragen die in de aangeleverde stukken staan. Die verschillen worden niet onderbouwd. Het is voor de rechtbank onvoldoende duidelijk welke kosten er nu en in de toekomst precies worden gemaakt, of deze kunnen worden betaald en welk bedrag er kan worden gereserveerd voor de schuldeisers. Er wordt een substantieel bedrag gereserveerd voor onvoorziene uitgaven, maar dat is niet bestemd voor het akkoord. Dat maakt de situatie nog onduidelijker. Ook ontbreekt een overzicht van de kosten van de advocaat en de accountant en hoe zij worden betaald.
Afgewezen
Door deze onduidelijkheden kan de rechtbank niet beoordelen of de afkoelingsperiode in het belang is van de gezamenlijke schuldeisers en ook niet of de door de afkoelingsperiode getroffen derden (zoals de Belastingdienst) hierdoor worden benadeeld. De Belastingdienst heeft trouwens niet de mogelijkheid gehad zich daarover uit te laten. De advocaat van de man heeft verzuimd de Belastingdienst te informeren over de indiening van dit verzoek en de mogelijkheid om daarover een zienswijze in te dienen, ondanks het uitdrukkelijke verzoek van de rechtbank daartoe. Het verzoek om de afkoelingsperiode wordt afgewezen.