Een bv tekent verzet aan tegen de eigen faillietverklaring. Hoewel dit voor de schuldeisers zeer nadelig is, is de rechtbank gebonden aan een eerdere uitspraak van de Hoge Raad. Het faillissement wordt vernietigd, de directeur komt weg met een groot bedrag en schuldeisers hebben het nakijken.
Een bedrijf heeft een vordering op een bv. Als dit niet wordt betaald, verzoekt het bedrijf de bv failliet te verklaren. Daar gaat de rechtbank in mee. Omdat de bv zelf niet aanwezig was bij deze zaak, kan deze tegen de faillietverklaring ‘in verzet’ komen. Daarvoor heeft het veertien dagen de tijd. Omdat het verzet binnen die periode is ingesteld, kan de rechtbank deze zaak behandelen.
Vordering voldaan
Ter zitting blijkt dat de bv de schuld aan het bedrijf heeft betaald. Nu de schuldeiser geen opeisbare vordering meer heeft, kan deze niet langer het faillissement van de bv uitlokken. De rechtbank kan dan niets anders doen dan het faillissement vernietigen. Dit volgt uit een uitspraak van de Hoge Raad uit 2015. Daarin is zonder voorbehoud bepaald dat bij de beoordeling van een verzetsrekest moet worden gekeken of de vordering van de aanvrager nog bestaat. Het arrest schrijft voor dat het faillissement moet worden vernietigd als de vordering van de aanvrager is voldaan.
Verdachte transactie
Dat is in deze zaak uiterst onbevredigend, en daarvan is de rechtbank zich ook bewust. Deze beslissing heeft immers nadelige gevolgen voor een aanzienlijk aantal schuldeisers. Verder kan de curator haar fraudesignalerende taak niet goed uitoefenen. Uit het onderzoek dat de curator al heeft gedaan, is gebleken dat in de aanloop naar het faillissement de feitelijk bestuurder van de bv € 290.000 had ontvangen – een behoorlijk verdachte transactie. Deze betalingen werden gedaan nadat de bv verschillende btw-teruggaven van de Belastingdienst had ontvangen; één ervan werd tijdens het faillissement rechtstreeks op de rekening van de bestuurder bijgeschreven. Tientallen schuldeisers die zich bij de curator hadden gemeld, konden fluiten naar hun centen. Er waren bovendien meerdere faillissementsaanvragen tegen de bv. De bv had niet eens zekerheid gesteld voor de kosten van de curator.
Faillissement vernietigd
De rechtbank zit duidelijk met het eigen vonnis in z’n maag. De belangen van de gezamenlijke schuldeisers en de maatschappelijke belangen zijn bij instandhouding van het faillissement groot. Maar als gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad is het niet mogelijk met deze belangen rekening te houden. De rechtbank kan maar één ding doen: het faillissement vernietigen.