Een man woont vlakbij een pand waar de gemeente bergruimtes wil bouwen voor de opvang van vluchtelingen. De man kan dat niet voorkomen, omdat hij onvoldoende belang heeft.
De gemeente heeft een omgevingsvergunning verleend om twee bergruimtes te bouwen bij een pand zo’n 165 à 175 meter van de woning van de man. De man heeft tegen die vergunning bezwaar gemaakt. Zijn bezwaar is echter niet-ontvankelijk verklaard omdat hij volgens het college geen belanghebbende is. De man stelt nu zelf en namens zijn drie BV’s, die ook op het adres van zijn woning zijn gevestigd, beroep in tegen het besluit van het college.
Belanghebbende
Alleen een belanghebbende kan bezwaar maken tegen een besluit. Belanghebbenden zijn degenen die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervinden van een besluit. Dat moeten wel ‘gevolgen van enige betekenis’ zijn. Zonder gevolgen van enige betekenis heeft iemand geen persoonlijk belang bij een besluit. Hij onderscheidt zich dan onvoldoende van anderen. Om te bepalen of er gevolgen van enige betekenis voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van iemand zijn, moet worden gekeken naar de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (o.a. geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat.
Gevolgen
De rechtbank is het met het college eens dat de man geen belanghebbende is. De man heeft vanuit zijn woning geen zicht op het perceel waar gebouwd zal worden. Daarbij is de afstand van de woning tot het perceel tussen de 165 en 175 meter en ligt er een provinciale weg tussen. Om die reden kan de man geen gevolgen van enige betekenis ervaren door de omgevingsvergunning. Dat er vluchtelingen in de bergruimtes worden opgevangen, die mogelijk zijn woning gaan passeren, is volgens de rechtbank onvoldoende om van gevolgen van enige betekenis te kunnen spreken. Het beroep van de man is daarom niet gegrond.
Niet-ontvankelijk
De man heeft het beroep ook ingesteld namens zijn drie BV’s. Omdat deze BV’s geen bezwaar hebben gemaakt tegen het besluit, wordt naar hun beroep niet inhoudelijk gekeken. De BV’s zijn niet-ontvankelijk. De man kan de bouw van de bergruimtes dus niet tegenhouden.