Een vrouw werkt als personal assistent bij een vennootschap. Zij bewaakt de agenda van haar leidinggevende, plant vergaderingen in en regelt zijn zakenreizen. Zij heeft volledige toegang tot zijn mailbox. Maar dan blijkt dat vertrouwelijke informatie wordt gelekt.
Het bedrijf besluit dat alle werknemers drie dagen per week in Antwerpen moeten gaan werken. Dit wordt eerst aan een selecte groep werknemers medegedeeld. Snel daarna wordt de PA op non-actief gesteld: zij zou informatie over de verhuizing – die vertrouwelijk was – hebben ingezien en met andere mensen hebben gedeeld, zonder dat zij daarvoor toestemming had. Haar werkgever laat dit onderzoeken door een extern IT-bedrijf. De vrouw ontkent de beschuldiging en vordert bij de kantonrechter (rechtbank Noord-Holland) per direct opheffing van haar non-actiefstelling.
Confidentieel
De kantonrechter constateert dat de vrouw onbeperkt toegang had tot de mailbox van haar leidinggevende. Er waren geen instructies over wat zij wel en niet mocht lezen. Zij las daarom alles, om haar werk goed te doen. Volgens de werkgever had de vrouw op basis van haar functie en ervaring moeten begrijpen wanneer iets confidentieel was en niet door haar mocht worden geopend.
Geen grond
Iedereen is het erover eens dat alles wat werd gelezen, vertrouwelijk is en dat de vrouw dit niet met anderen mocht delen. De kantonrechter is het met de vrouw eens dat zij eerst iets moet openen en lezen, voordat zij kan beoordelen wat ermee moet gebeuren. Als een PA geen confidentiële correspondentie mag openmaken of lezen, dan moet daar een duidelijke regeling voor zijn – en die was er niet. Dat de vrouw dit moest ‘begrijpen’, gezien haar ervaring, vindt de kantonrechter te weinig. Er is dus geen deugdelijke grond voor de non-actiefstelling.
Onderzoek
Nu dat toch is gebeurd, mocht van de werkgever worden verwacht het onderzoek naar de kwestie vlot en gedegen uit te voeren. Maar mensen die opheldering hadden kunnen bieden, zijn nooit gehoord. Het IT-bedrijf heeft de laptop van de vrouw niet onderzocht, terwijl die al weken klaar lag. Onduidelijk is ook wanneer het IT-bedrijf is gestart, wat precies werd onderzocht en wanneer het onderzoek klaar zou zijn. De kantonrechter concludeert dat voor het vermoeden dat de vrouw vertrouwelijke informatie heeft gelekt, na vijf weken onderzoek nog geen enkel bewijs is gevonden.
Wedertewerkstelling
Nu het onderzoek onduidelijk, onvolledig en onvoldoende proactief was, is er van een zwaarwegende grond om de non-actiefstelling te handhaven geen sprake. Het belang van de vrouw om weer aan het werk te kunnen, weegt daarom zwaarder. De kantonrechter wijst de vordering van de vrouw tot wedertewerkstelling toe. Voor elke dag dat de werkgever dit weigert, moet deze aan de vrouw een dwangsom betalen van € 1.500, tot een maximum van € 50.000 is bereikt.