Een man en zijn schoonzoon wonen in een woning van drie etages. Een bedrijf wil een leegstaand kantoorpand naast deze woning ombouwen tot een gebouw met vier lagen. Dat zien de buren niet zitten: ze kijken dan uit op een blinde muur en krijgen minder zon.
De gemeente verleent een omgevingsvergunning, waartegen de buren geen bezwaar indienen. Als het bedrijf enige tijd met de bouw bezig is, sommeren de buren om daarmee te stoppen: de werkzaamheden veroorzaken onrechtmatig hinder, er is ongeoorloofd uitzicht op hun erf en ze krijgen minder zon. Dit is een onrechtmatige inbreuk op hun woon- en leefgenot. Omdat er geen overeenstemming komt, stappen de buren naar de rechtbank Rotterdam. De galerij met balkons en een vluchttrap bij het nieuwe gebouw noemen zij ‘onrechtmatig’.
Lange tijd
In het Burgerlijk Wetboek staat dat het, zonder toestemming van de eigenaar van het naburige erf, niet is toegestaan om binnen twee meter van de erfgrens vensters of andere muuropeningen, balkons of soortgelijke werken te hebben, die uitzicht geven op dat naburige erf. Een ‘soortgelijk werk’ is iets waarop mensen langere tijd verblijven. Maar deze galerij en de vluchttrap hebben een andere functie. Via de galerij lopen bewoners naar het trappenhuis, de vluchttrap is alleen voor noodsituaties – dit zijn geen plaatsen waar mensen langere tijd verblijven. Die bouwsels zijn dus niet onrechtmatig.
Hinder
Is er sprake van onrechtmatige hinder? Een eigenaar van een erf mag geen hinder toebrengen aan eigenaars van andere erven, zoals door het onthouden van licht. De gemeente heeft bij het verlenen van de omgevingsvergunning de belangen van buren op het punt van bezonning en uitzicht meegewogen. Dat het gebouw lichtinval en uitzicht wegneemt is duidelijk. Er is dus enige hinder. Maar moet daardoor de bouw worden stopgezet?
Zonlicht
De bewoners overleggen een ‘schaduwstudie’, maar die is volgens de voorzieningenrechter onduidelijk. Deze bevat tekeningen van de stand van de zon op de vensters van de woning maar een inleiding, conclusie en toelichting ontbreken. Of een beperking in bezonning ontoelaatbaar is, hangt ook af van de mate waarin de ruimtes zonlicht ontvangen via andere vensters. Als daar (nog steeds) voldoende lichtinval komt, is een beperking van het zonlicht aan één kant niet snel onrechtmatig.
Uitzicht
Ook is hun uitzicht verminderd: eerst keken drie van de vijf vensters uit op een blinde muur, met de bouw zijn dat alle vensters. Uitgangspunt is dat iemand die een bepaald uitzicht geniet daarmee nog geen recht heeft op behoud van dat uitzicht. Het beperken van dat uitzicht is niet zonder meer onrechtmatig. De woning ligt in een dichtbebouwde stedelijke omgeving waar behoefte is aan meer woonruimte. In het bestemmingsplan worden vier bouwlagen toegestaan. De buren moeten dan ook een vermindering van licht en uitzicht als gevolg van hoogbouw dulden. De belangen van de buren wegen ook niet op tegen de grote financiële impact van een bouwstop en afbraak voor het bedrijf.