Inhoudsopgave

Gemeente mag burger niet verbieden e-mails te sturen

Een burger stuurt flink wat e-mails naar de gemeente, omdat ze in een procedure zijn verwikkeld. Tot de gemeente zegt: van nu af willen we alleen nog maar brieven. Mag de gemeente de elektronische weg voor deze burger afsluiten?

Een vrouw ligt al geruime tijd in de clinch met de gemeente waar zij woont. Die heeft een last onder dwangsom opgelegd, omdat de vrouw haar huis gebruikt als recreatiewoning. Er volgt een bezwaarschrift en een gang naar de voorzieningenrechter. Daarna ontstaan er procedures over de proceskosten die de gemeente aan de vrouw moet vergoeden, tot aan de Raad van State toe.

E-mails

Correspondentie tussen de vrouw en de gemeente loopt vooral via e-mail. Kennelijk is de gemeente al die mails zat, want de vrouw krijgt te horen dat ze zich alleen schriftelijk (met brieven) tot de gemeente kan wenden. Toch stuurt de gemachtigde van de vrouw een mail naar de gemeente waarin deze het college in gebreke stelt – en in een latere mail daarom een dwangsom eist –, nu de gemeente niet tijdig een besluit heeft genomen op een ander bezwaarschrift van de vrouw. Het college doet daar niets mee: mails van deze vrouw worden immers niet meer in behandeling genomen. Ook deze kwestie wordt hoog uitgevochten en belandt uiteindelijk bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die moet de vraag beantwoorden of het college een specifieke persoon mag uitsluiten van de mogelijkheid om zich per e-mail tot het college te wenden.

Elektronische wet niet afsluiten

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staat dat burgers berichten elektronisch naar een bestuursorgaan kunnen sturen. Wel kan een bestuursorgaan daaraan nadere eisen stellen. Hiermee kan worden voorkomen dat bestuursorganen via de elektronische weg worden benaderd terwijl zij hier nog niet klaar voor zijn. In deze gemeente was correspondentie via de elektronische weg wel opengesteld. Uit de wetsgeschiedenis blijkt niet dat deze elektronische weg bij wijze van uitzondering voor individuele indieners kan worden afgesloten, om zo voor deze burgers een hogere drempel op te werpen voor correspondentie met het bestuursorgaan. Het is dus in strijd met de strekking van de wet om een specifieke persoon uit te sluiten van correspondentie langs de elektronische weg. De mails met de ingebrekestelling en dwangsom, die de gemeente terzijde had gelegd, gelden dus gewoon als ‘echte’ klachten.

Dwangsom

Nu de gemeente de hoogte van de dwangsom niet heeft willen vaststellen, zoals was verzocht in die e-mail, doet de Afdeling bestuursrechtspraak dat. Het college was 42 dagen te laat met het nemen van een besluit op het bezwaarschrift van de vrouw. Het college heeft dan de maximale dwangsom verbeurd van € 1.442.

ECLI:NL:RVS:2023:816

Bron:Raad van State| jurisprudentie| ECLI:NL:RVS:2023:816 202201925/1/R1| 28-02-2023
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn