Een man tekent bezwaar aan tegen een besluit van een omgevingsdienst. Dat bezwaar wordt behandeld in een hoorcommissie. De man is het niet eens met de samenstelling van die commissie. Met zijn bezwaar daartegen komt hij echter niet ver.
Een man dient bij een omgevingsdienst een verzoek in om openbaarmaking van bepaalde informatie. Hij beroept zich op de Wet open overheid (Woo). Het dagelijks bestuur verstrekt een deel van de gevraagde informatie. Omdat de man niet alles mag inzien, maakt hij bezwaar tegen dat besluit van het bestuur.
Hoorcommissie
Voor de behandeling van het bezwaar wil het bestuur een hoorzitting houden. De man krijgt hierover een brief, waarin ook staat wie deel uitmaken van de hoorcommissie. De man kan zich niet vinden in de samenstelling van de commissie, en geeft aan dat hij de commissie wil wraken. Per tweede brief laat het bestuur weten dat leden van de hoorcommissie niet kunnen worden gewraakt. Tegen deze brief maakt de man opnieuw bezwaar. Dit bezwaar wordt door het bestuur niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen gaat de man weer in beroep bij de rechtbank Overijssel.
Besluit
In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staat dat een belanghebbende bezwaar kan maken tegen een besluit. Een besluit is een ‘schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling’. De vraag is of de brief van het bestuur (over de samenstelling van de hoorcommissie) een besluit is.
Rechtsgevolg
Volgens de rechtbank niet: de brief is niet gericht op rechtsgevolg, de rechten en plichten van de man worden door deze brief immers niet gewijzigd. De brief heeft slechts een informerend karakter. Het enkele feit dat de man het niet eens is met de beoogde samenstelling van de hoorcommissie brengt niet mee dat sprake is van ‘rechtsgevolg’ in de zin van de Awb. Nu de brief geen besluit is in de zin van de Awb, kan de man hiertegen geen bezwaar maken. Het dagelijks bestuur heeft het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank verklaart het beroep dat de man heeft ingesteld dan ook ongegrond.
Griffierecht en proceskosten
Dat heeft ook financiële gevolgen voor de man: omdat hij deze procedure verliest, krijgt hij het griffierecht niet terug en zijn proceskosten hoeven ook niet door het dagelijks bestuur te worden vergoed. Tegen de uitspraak van de rechtbank kan hij wel nog in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.