Wie moeite heeft met een besluit van de gemeente, zoals een vergunningverlening aan een ander, kan daartegen in bezwaar gaan. Maar wie geen belanghebbende is, wordt dan niet-ontvankelijk verklaard. Deze gemeente maakte een fout door het bezwaar ‘ongegrond’ te bestempelen. Juridisch is dat een groot verschil.
Een man, eigenaar van een woning, vraagt een vergunning aan voor kamerbewoning voor maximaal vijf personen. Het college verleent die vergunning. Een buurtbewoner maakt daar bezwaar tegen: kamerbewoning heeft geen positieve invloed op de buurt. De woningeigenaar stelt echter dat deze buurtbewoner geen belanghebbende is bij de vergunningverlening: tussen de woning en het adres van buurtbewoner zit hemelsbreed 150 meter en een aangesloten rij huizen met drie woonlagen. De woningen zijn niet via de achtertuinen met elkaar verbonden, beide straten zijn met andere toegangs- en uitvalswegen met elkaar verbonden. De buurtbewoner kán geen rechtstreekse gevolgen ondervinden van de vergunningverlening.
Belanghebbende
Dit geschil belandt bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die beschrijft eerst wanneer iemand een belanghebbende is: een persoon die voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks betrokken is bij het bestreden besluit. Persoonlijk belang houdt weer in: er moeten ‘gevolgen van enige betekenis’ zijn. Om te bepalen of die gevolgen er voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van iemand zijn, kijkt de bestuursrechter naar de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (zoals geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat.
Gevolgen van enige betekenis
Deze buurtbewoner heeft vanaf haar woning geen direct zicht op de woning, er staan veel huizen tussen, aan verschillende straten. Het is niet aannemelijk dat deze buurtbewoner als gevolg van de vergunningverlening gevolgen van enige betekenis zal ondervinden. Zij is geen belanghebbende. Het college heeft haar bezwaar ongegrond verklaard maar dat was niet juist: dat had niet-ontvankelijk moeten zijn.
Niet-ontvankelijk
Nu het college het zwaar dus inhoudelijk heeft beoordeeld – wat niet had gemogen – is de aanvraag onterecht afgewezen. De Afdeling stelt dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Dat kan ook niet anders: het college had het bezwaar van de buurtbewoner niet-ontvankelijk moeten verklaren, waardoor de vergunning automatisch zou zijn verstrekt. Dit is dan ook het oordeel van de Afdeling: de woningeigenaar beschikt over een geldige vergunning en kan alsnog overgaan tot kamerbewoning voor maximaal vijf personen.