Wie de rechtbank verzoekt een ander failliet te verklaren, moet met een duidelijk verhaal komen. In deze zaak kon de rechtbank Rotterdam niet ‘summierlijk’ vaststellen welke vorderingen er zijn en hoe groot die zijn.
Twee personen spreken af om te gaan samenwerken. Ze willen samen een vogelhotel opzetten (en huren daarvoor een bedrijfspand), vogelvoer mengen en verkopen en papegaaienspeelgoed verkopen. Die samenwerking is juridisch niet vastgelegd maar is wel gestart.
Incasso’s
Al snel komen er scheuren in de samenwerking. De een wil de ander failliet laten verklaren en dient een verzoek in bij de rechtbank Rotterdam. Hij heeft grote bedragen (meer dan een ton) geïnvesteerd in de aanschaf van materialen, voorraad en inrichting. Hij wil zijn deel terug van zijn zakenpartner, die de afspraken niet nakomt en hem de toegang tot het bedrijfspand heeft ontzegd. Hij is zelf verdergegaan met het vogelhotel. Op een betalingsregeling en incasso’s heeft de ander niet gereageerd, zodat er maar één weg open lag: een faillissementsverzoek indienen. Er is een steunvordering van een andere bedrijf.
Magazijn leeggehaald
De zakenpartner heeft een ander verhaal. Hij heeft zelf fors geïnvesteerd, de ander hield er een rommelige administratie op na. Facturen stuurde hij bijvoorbeeld niet op. De zakenpartner heeft zijn deel netjes aan de ander terugbetaald. De ander heeft het magazijn leeggehaald zodat de zakenpartner zijn leveranciers niet meer kon betalen. Die schade moet de ander betalen, vindt hij.
Summierlijk
In de Faillissementswet staat dat de faillietverklaring wordt uitgesproken, indien summierlijk blijkt van het bestaan van feiten en omstandigheden die aantonen dat de schuldenaar verkeert in een toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dat de schuldeiser een vorderingsrecht heeft en dat minstens één vordering opeisbaar is. Kernwoord is hier ‘summierlijk’: deze omstandigheden moeten vrij snel duidelijk zijn.
Samenwerkingsverband
In deze zaak zijn de onderlinge afspraken niet duidelijk vastgelegd en verklaren partijen heel verschillend wat zich heeft afgespeeld. De rechtbank kan niet summierlijk vaststellen welke lezing moet worden gevolgd. Facturen ontbreken, niet duidelijk is hoeveel de een aan de ander verschuldigd is, er zouden tegenvorderingen zijn maar ook dat staat niet vast.
Geen ruimte
Kortom: het vorderingsrecht van de man die om het faillissement van zijn ex-zakenpartner verzoekt, kan niet summierlijk worden vastgesteld. Die vorderingen hadden tijdens de behandeling van het faillissementsverzoek na een kort, eenvoudig onderzoek moeten blijken. Voor nader onderzoek naar de gang van zaken en rechten over en weer is in een faillissementsprocedure geen ruimte. Daarom wijst de rechtbank het faillissementsverzoek af.