Het afwikkelen van een faillissement kan een complexe zaak zijn. Een curator kan dan baat hebben bij specialistische kennis van schuldeisers. De Faillissementswet voorziet in het instellen van een ‘crediteurencommissie’.
Dat gebeurde ook in deze zaak. Als een BV failliet gaat, verzoeken vijf schuldeisers de rechtbank Amsterdam over te gaan tot het instellen van een voorlopige commissie van schuldeisers. Hoewel de Faillissementswet de instelling van zo’n commissie – ook wel ‘crediteurencommissie’ genoemd – faciliteert, wordt deze in de praktijk weinig toegepast. Uit onderzoek blijkt dat met name curatoren niet voldoende voordelen inzien in de benoeming van een crediteurencommissie, hoewel in andere landen daar goede ervaringen mee zijn opgedaan.
Crediteurencommissie
De gedachte achter de crediteurencommissie is dat crediteuren de curator in sommige gevallen goed kunnen adviseren. Crediteuren hebben vaak meer kennis van de branche en het bedrijf van de failliete BV. Nu de belangen van de schuldeisers bij de afwikkeling van het faillissement in beginsel voorop staan, lijkt het gerechtvaardigd dat crediteuren door middel van een commissie hierop ook invloed kunnen uitoefenen.
Specialistische kennis
In deze zaak stellen de vijf schuldeisers drie mogelijke leden voor de crediteurencommissie voor. Die zijn alle drie (beurs)handelaren die vanuit die hoedanigheid de curator kunnen voorzien van de voor de afwikkeling van het faillissement benodigde kennis. Een lid vanuit de Belastingdienst ziet het vijftal niet zitten. De curator stemt in met het verzoek van de vijf schuldeisers, maar één ervan zou wel van de Belastingdienst moeten zijn – voor de fiscale kennis. Ook de rechter-commissaris vindt dat er een fiscalist bij moet. Uiteindelijk volgt de rechtbank die weg: er komt een voorlopige commissie van schuldeisers met drie leden, waarvan er één van de Belastingdienst is.
Reglement
De vijf schuldeisers vragen de rechtbank ook om een reglement voor de commissie vast te stellen. De curator heeft voorafgaand aan de behandeling van de zaak een concept-reglement opgesteld, en dit toegelicht aan de hand van vragen van de rechtbank. De vijf schuldeisers en de rechter-commissaris hebben commentaar op het concept gegeven.
Taken, besluitvorming en vergoeding
In dit reglement worden zaken geregeld zoals de taken van de commissie, hoe vaak de commissie vergadert (minstens eens per kalenderjaar), hoe de besluitvorming plaatsvindt (bij gewone meerderheid), wat er gebeurt als een commissielid bij een bepaald onderwerp een tegenstrijdig belang heeft, en of de commissieleden een vergoeding krijgen (het is onbezoldigd werk). Verder worden de informatieverstrekking en de geheimhouding geregeld. De rechtbank neemt dit reglement, na wijziging van enkele technische details, over en stelt het vast.