Wie een aanvraag indient voor een vergunning, moet allerlei gegevens overleggen op basis waarvan een bestuursorgaan de aanvraag kan beoordelen. Als dit niet gebeurt, kan de behandeling van de aanvraag worden stopgezet.
Een autoverhuurbedrijf krijgt van de burgemeester te horen dat het een exploitatievergunning nodig heeft. Het bedrijf vraagt de vergunning aan maar de burgemeester wil aanvullende gegevens om de aanvraag te kunnen beoordelen. Als die niet komen, besluit de burgemeester de aanvraag buiten behandeling te stellen. Tegen dit besluit gaat het bedrijf in bezwaar en daarna in beroep.
Welwillend
En met succes. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester onzorgvuldig heeft gehandeld door te besluiten om de aanvraag niet te behandelen. Volgens de rechtbank heeft het bedrijf zich bij het aanvullen van de aanvraag welwillend opgesteld en de indruk gewekt openheid van zaken te willen geven. Volgens het bedrijf was het niet duidelijk welke concrete informatie zij nog moest aanleveren. De burgemeester had daarover meer helderheid moeten verschaffen in plaats van de behandeling van de aanvraag te staken. Tegen dit oordeel gaat de burgemeester in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Onwelwillend
Volgens de burgemeester heeft het bedrijf voldoende tijd gehad de gegevens aan te leveren, zeker nadat de termijn was verlengd. Gegevens over de bedrijfsvoering en de financiering van de onderneming zijn noodzakelijk om een aanvraag aan de Wet Bibob te toetsen en te beoordelen of de exploitatievergunning kan worden verleend. Dat er voor het bedrijf onduidelijkheden waren, is niet gebleken. Uit het aanvraagformulier en een herstelverzuimbrief moest voor het bedrijf, anders dan de rechtbank heeft overwogen, duidelijk zijn geweest welke informatie moest worden aangeleverd. Nu dat niet gebeurde kan het bedrijf juist een onwelwillende houding worden verweten.
Voldoende gegevens
In de Algemene wet bestuursrecht staat dat een bestuursorgaan kan besluiten een aanvraag niet te behandelen indien de verstrekte gegevens onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag. Wel moet de aanvrager de gelegenheid hebben dit binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen. Het bestuursorgaan zelf kan beoordelen of het over voldoende gegevens en bescheiden beschikt om een besluit te nemen. De rechter kan niet meer doen dan beoordelen of het bestuursorgaan terecht heeft geconcludeerd dat de aanvraag onvolledig was en vervolgens om die reden buiten behandeling te laten.
Terecht buiten behandeling
Volgens de Afdeling heeft de burgemeester terecht geconcludeerd dat de aanvraag onvolledig was – beide partijen hebben dit ook bevestigd. Het bedrijf heeft daar vier weken extra voor gekregen, en toen nog eens twee weken. In een gesprek daarna is nogmaals gezegd welke gegevens nodig zijn, en ook waarom. In de bezwaarfase was de burgemeester hiertoe niet eens verplicht. Toch leverde het bedrijf niet alle gegevens aan: het vond dat wat zij had aangeleverd voldoende moest zijn. De Afdeling oordeelt dat de burgemeester met zijn handelwijze, anders dan de rechtbank heeft overwogen, voldoende behulpzaam is geweest. Van onzorgvuldig handelen is geen sprake. De burgemeester mocht de aanvraag buiten behandeling laten.