De EU heeft onlangs een belangrijke stap gezet richting harmonisatie van het insolventierecht binnen de lidstaten. De Raad van de Europese Unie heeft zijn standpunt vastgesteld over een richtlijn die beoogt om nationale insolventieprocedures beter op elkaar af te stemmen.
Het standpunt is een reactie op het richtlijnvoorstel dat de Europese Commissie in 2022 bekend maakte. Het is nu wachten op het standpunt van het Europees Parlement, waarna de onderhandelingen tussen de Raad en het Parlement over de definitieve richtlijn kunnen beginnen.
Aantrekkelijker
De nieuwe regelgeving moet de EU aantrekkelijker maken voor buitenlandse en grensoverschrijdende investeerders. Nu nog moeten investeerders rekening houden met uiteenlopende nationale insolventieregels.
Pre-packmechanisme
Een belangrijk onderdeel van de nieuwe EU-regels is dat alle lidstaten een zogenoemd pre-packmechanisme moeten invoeren. Dit houdt in dat de verkoop van (delen van) een onderneming al kan worden voorbereid vóórdat een faillissementsprocedure officieel begint. Zodra de procedure dan van start gaat, kan de verkoop snel worden afgerond. Dat helpt om zoveel mogelijk waarde van de onderneming te behouden. Ook mogen belangrijke lopende contracten automatisch worden overgedragen aan de koper van het bedrijf. De Raad vindt wel dat hierbij de contractvrijheid beschermd moet blijven. Lidstaten mogen daarom eisen dat de andere partij in zo’n contract eerst toestemming moet geven voor die overdracht.
Schuldeiserscomité
Daarnaast moet volgens de Raad de richtlijn lidstaten gaan verplichten om onder bepaalde voorwaarden een schuldeiserscomité in te stellen. Dit versterkt de positie van schuldeisers in het insolventieproces, vooral voor kleinere of buitenlandse schuldeisers die anders moeilijk toegang hebben tot de procedure. De richtlijn harmoniseert de samenstelling en bevoegdheden van het comité, met ruimte voor nationale invulling, zoals het beperken van de verplichting tot grote ondernemingen.
Voorspelbaarheid
De richtlijn moet leiden tot meer voorspelbaarheid, kortere doorlooptijden en een betere bescherming van rechten in grensoverschrijdende insolventiezaken.