Wanneer is een pad eigenlijk openbaar? En mag een gemeente optreden als een particuliere eigenaar een pad afsluit? De hoogste bestuursrechter geeft duidelijkheid in een zaak rond een voormalig spoortracé dat door de eigenaar met hekken van de openbaarheid is afgesloten.
De eigenaar, een vastgoedbedrijf, bezit een terrein met daarop een oud spoortracé. De gemeente heeft het pad op een gegeven moment verhard, omdat zij het ziet als onderdeel van een wandelroute. Wanneer de eigenaar het pad afsluit met hekken vanwege werkzaamheden op een aangrenzend terrein, stelt de gemeente dat hierdoor een openbare weg wordt geblokkeerd. Zij legt daarom twee lasten onder dwangsom op: één voor het verwijderen van de hekken en één voor benodigd herstel van de verharding.
Openbaar
De eigenaar vecht deze besluiten met succes aan bij de rechtbank Midden-Nederland. De gemeente gaat vervolgens in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Kern van de zaak: is het pad openbaar. Want alleen dan kan de gemeente een last onder dwangsom opleggen. Het is aan de gemeente om dat te bewijzen. Volgens vaste rechtspraak kan een pad alleen openbaar zijn wanneer het langdurig openbaar toegankelijk is geweest, het langdurig is onderhouden door de gemeente, of dat de eigenaar uitdrukkelijk de bedoeling heeft gehad het pad als openbare weg te bestemmen.
Onderhoud
Van dit alles is geen sprake, aldus de Afdeling. Het pad is nooit langdurig openbaar geweest en de gemeente heeft het niet structureel onderhouden. De gemeente wijst op werkzaamheden zoals maaien, het plaatsen van een prullenbak en het aanbrengen van houtsnippers. Maar er zijn geen onderhoudsschema’s, registraties of financiële gegevens die aantonen dat dit structureel gebeurde. Bovendien protesteerde de eigenaar direct toen de gemeente het pad verhardde en een prullenbak plaatste. Dat wijst er volgens de Afdeling juist op dat van geaccepteerd onderhoud geen sprake was.
Medegebruik
Ook de stelling dat de eerdere eigenaar het pad een openbare bestemming zou hebben gegeven, houdt geen stand. De beschikbare documenten laten slechts zien dat recreatief medegebruik voor wandelaars werd toegestaan, maar niet dat de eigenaar het pad ondubbelzinnig als openbare weg wilde bestemmen. De Afdeling concludeert daarom dat het pad niet openbaar is en dat de gemeente de lasten onder dwangsom niet mocht opleggen.