De rechtbank kan voorwaarden stellen aan een verlof tot verkoop van in beslag genomen aandelen op naam. In deze zaak houden de voorwaarden verband met een lopende fiscale beroepsprocedure.
Een recyclebedrijf heeft een vordering van € 80.000 op een man. In een vaststellingsovereenkomst komen de man en het recyclebedrijf een betalingsregeling overeen. De man komt deze regeling niet na, waarop het recyclebedrijf executoriaal derdenbeslag legt op de aandelen van de man, die enig aandeelhouder is van een BV. Het recyclebedrijf vraagt nu aan de rechtbank Rotterdam verlof om die aandelen te kunnen verkopen.
Voorwaarden
Dat verlof wordt verleend: de rechtbank bepaalt dat het recyclebedrijf de in beslag genomen aandelen tot een bedrag van € 80.000 mag verkopen en overdragen. De rechtbank verbindt aan de verkoop wel een aantal voorwaarden. Zo mag pas tot de verkoop worden overgegaan nadat in een fiscale procedure van de moedermaatschappij (als enig aandeelhouder) van de BV uitspraak is gedaan. Ook stelt de rechtbank als voorwaarde dat de man ervoor zorgt dat de moedermaatschappij van de BV in die fiscale procedure een niet-ontvankelijkheidsverweer en een verzoek tot terugverwijzing van de zaak naar de inspecteur intrekt.
Blokkeringsregeling
Verder bepaalt de rechtbank dat de blokkeringsregeling van de BV buiten beschouwing wordt gelaten. Op basis van deze regeling is de overdracht van de aandelen aan derden niet mogelijk. De man is de enig aandeelhouder van de BV, waardoor de blokkeringsregeling in deze zaak geen verdere praktische betekenis heeft. Deze wordt door de rechtbank daarom buiten toepassing verklaard.
Voorwaarden
Tot slot bepaalt de rechtbank dat de verkoop van de aandelen gedurende zes maanden onderhands mag plaatsvinden, maar dat er ook voor mag worden gekozen de aandelen direct in het openbaar te verkopen. De man moet meewerken aan de verkoop en overdracht van de aandelen en de verkoop moet uiterlijk anderhalf jaar na de uitspraak in de fiscale beroepsprocedure plaatsvinden.