Max Ruijters combineert zijn werk in het bouwrecht met een passie voor bergbeklimmen. Na de Kilimanjaro waagde hij zich aan de Aconcagua en droomt nu van de Mont Blanc. Dat dit niet zonder gevaar is, realiseert hij zich goed. Daarom is een gedegen voorbereiding belangrijk en luidt zijn motto: ‘Het maakt wél uit wat je doet, maar je moet je geen zorgen maken over wat kan gebeuren.’
Interview door Berry Kessels
Mount Kosciuszko in Oceanië, 2228 meter; Mont Blanc in Europa, 4819 meter; Mount Vinson op Antartica, 4892 meter; Kilimanjaro in Afrika, 5895 meter; Denali in Noord-Amerika, 6168 meter; Aconcagua in Zuid-Amerika, 6961 meter; Mount Everest in Azië, 8848 meter.
Dit is het rijtje met de hoogste bergen per continent, al willen bergsporters nog wel eens discussiëren over welke het nu precies moet zijn in Europa en Oceanië.
Max Ruijters beklom de Kilimanjaro en waagde zich daarna aan de Aconcagua. Hij bereikte de top van de Aconcagua niet helemaal vanwege slecht weer. Hij klom tot ‘slechts’ 6300 meter. Niet dat hij vooraf veel ervaring had. Hij komt uit Noord-Brabant dat toch niet bekend staat om zijn heuvels. Enerzijds is hij die Brabander die nergens liever woont dan daar. Maar er huist een tweede ziel in deze jeugdige advocaat: die van de avonturier die bergen beklimt. Toch een slag gevaarlijker dan pak hem beet golf. Hij doet het met Pipi Langkous-achtige bravoure: ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk wel dat ik het kan.
“Na de Kilimanjaro zei ik: nooit weer.”
Het begon met zijn vader in Afrika. ‘Samen zijn we de Kilimanjaro op gelopen. Technisch geen moeilijke berg. Je wandelt naar boven.’ Het is de hoogte die het lastig maakt. Vanaf ongeveer 5000 meter krijgt hoogteziekte de klimmer in zijn greep.
‘Je wordt licht in het hoofd en slaapt slecht’, zegt Max Ruijters. ‘Ik kon niet eten. Het duurt dagen voor je eraan gewend bent. Ik ben kilo’s afgevallen. Na de Kilimanjaro zei ik: nooit weer.’ Maar zie: in februari van dit jaar ging hij naar de Aconcagua in Argentinië met een hoogte van bijna 7000 meter. ‘Het is toch een mooi avontuur. Het is niet zonder gevaar. Een dag voordat mijn groep en ik aan de beklimming begonnen, overleed er iemand. Hij kreeg een hartstilstand op 6000 meter. Op die hoogte kunnen gewone helikopters niet komen waardoor medische hulp vaak niet mogelijk is.’
‘Het maakt wél uit wat je doet, maar je moet je geen zorgen maken over wat kan gebeuren.’
Max Ruijters is geboren in het Brabantse Schaijk en woont daar nog steeds met veel plezier. Voor zijn middelbare school fietste hij tien kilometer naar Oss. De universiteit bezocht hij in Nijmegen, ook lekker dichtbij en per slot van rekening de noordelijkste stad van het zuiden.
‘Ik was een rustige jongen. Spits bij De Aanhouder Wint waar ik graag scoorde. En met een grote belangstelling voor geschiedenis. Zeker in de Romeinse tijd: Julius Caesar, Marcus Aurelius. In school had ik niet veel interesse.’
Marcus Aurelius is behalve een groot veldheer ook een filosoof en dat spreekt Max Ruijters ook aan. Tijdens een veldtocht door Germania schreef de Romeinse keizer filosofische notities. In de Overpeinzingen noteerde hij zijn twijfels en idealen. ‘Hij was aanhanger van de stoa. Kort gezegd: ieders lot staat vast. Je hoeft je niet druk te maken over wat er gebeurt, je hebt er toch geen invloed op.’ Voor zijn persoonlijke leven hanteert Max Ruijters een afgezwakte richtlijn: ‘Het maakt wél uit wat je doet, maar je moet je geen zorgen maken over wat kan gebeuren.’
Romeinen en recht
Zijn keuze voor rechten was een pragmatische. Geschiedenis trok hem meer. ‘Maar daarin is beperkt werk te vinden. Voornamelijk als docent en dat zag ik niet zitten. Ik koos rechten omdat ik niet wist wat ik wilde studeren.’
Het is een brede studie en dat sprak hem aan. ‘Je kan de politiek in en het bedrijfsleven.’ Politiek boeit hem ook al is hij niet echt blij met hoe het nu gaat. ‘Het is niet al te best. Te veel meningen, te veel verdeeldheid. Er zijn weinig capabele mensen om te besturen.’
Het landsbestuur zal nog even op hem moeten wachten want inmiddels heeft hij de smaak van het recht te pakken gekregen. Omdat het bedrijfsleven hem interesseert koos hij voor ondernemingsrecht in Nijmegen. De Romeinen kwamen ook weer langs. ‘Romeins recht vind ik het meest interessant. Het recht zoals wij het kennen is feitelijk door de Romeinen gecreëerd.’
Bouwen aan avontuur
Na zijn studie belandde hij als bedrijfsjurist bij een grote aannemer die gespecialiseerd is in aanleg en onderhoud van infrastructuur. Nu stapt hij over. ‘Een bedrijfsjurist is als een huisarts – en dat bedoel ik niet negatief. Als het spannend wordt haal je er een specialist bij.
Nu wil hij zelf die specialist worden. Hij vond De Kempenaer Advocaten in Arnhem op het internet. Op acceptabele afstand van Schaijk waar hij blijft wonen. ‘Het zijn mijn mensen. Niet arrogant, geen praatjes. Ik vind het een nuchtere en toegankelijke club.’
Hij kwam terecht in hoek van het bouwrecht. Niet hetzelfde als ondernemingsrecht, het bevalt hem. ‘Aannemers zijn realistische mensen. Ze willen iets moois bouwen. Ik vind het contact heel leuk. Je moet hun taal spreken.’ Voorlopig blijft hij bij De Kempenaer.
Tegelijkertijd roept zijn andere ziel: ‘Ik wil heel veel van de wereld zien. Onder andere bergbeklimmen.’ De ongemakken neemt hij voor lief. ‘Het is niet altijd leuk en zeker niet comfortabel. Op de Aconcagua is het weer onvoorspelbaar en kan het enorm waaien. Tenten waaien weg als je ze niet goed verankert. Overdag is het bloedheet en ’s nachts kan het 25 graden onder nul zijn. De volgende beklimming is misschien wel de Mont Blanc. Een technisch moeilijkere berg. Daar ga ik voor het eerst touwen en andere hulpmiddelen gebruiken om steile hellingen te beklimmen. Dat is niet zonder gevaar. Maar het blijft een mooi avontuur.’