Inhoudsopgave

Tegemoetkoming voor slachtoffer geweld in jeugdzorg valt in de boedel

De bewindvoerder van een vrouw in de schuldsanering vraagt de rechter-commissaris of de vrouw een deel van het bedrag mag houden dat ze kreeg op grond van de Tijdelijke regeling financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg. Nu er voor de tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg bewust geen aparte regeling is getroffen, biedt de wet- en regelgeving echter geen grondslag om deze tegemoetkoming buiten de boedel te laten vallen, zo oordeelt de rechtbank Gelderland. De rechter-commissaris heeft het verzoek dan ook terecht afgewezen.

Een vrouw zit sinds juni 2021 in de schuldsanering. Een jaar later vraagt haar bewindvoerder de rechter-commissaris of de vrouw een deel van de 5.000 euro mag houden die ze heeft gekregen op grond van de Tijdelijke regeling financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg. De rechter-commissaris wijst dat verzoek af: er zouden geen mogelijkheden of zwaarwegende gronden zijn om af te wijken van het uitgangspunt dat alle inkomsten in de boedel vallen.

De vrouw gaat tegen deze beschikking in hoger beroep bij de rechtbank Gelderland. Zij vraagt om maatwerk, met een belangenafweging, en vindt dat er moet worden aangesloten bij de gevolgen van het Besluit compensatie schuldentrajecten voor gedupeerden van de kinderopvangtoeslagenaffaire. Op basis van dat besluit valt de compensatie buiten de boedel.

Zeer weinig uitzonderingen

Artikel 295 lid 1 van de Faillissementswet bepaalt dat de boedel van iemand ten aanzien van wie toepassing van de schuldsanering is uitgesproken, de goederen omvat ten tijde van de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, en ook de goederen die hij of zij tijdens die regeling krijgt. Op die hoofdregel zijn uitzonderingen mogelijk. Maar, zo stelt de rechtbank, de aard van de schuldsanering, kort samengevat het verkrijgen van een schone lei, verzet zich tegen een te ruime uitleg of analoge toepassing van de uitzonderingen op deze hoofdregel. De tot nu toe gemaakte uitzonderingen zijn zeer beperkt, aldus de rechtbank, die hierbij verwijst naar een arrest van de Hoge Raad uit 2006. Daarin is geoordeeld dat letselschadevergoedingen geen uitzondering vormen en dus in de boedel vallen. Ook de tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg valt niet onder een van de uitzonderingen op de hoofdregel dat dit bedrag tot de boedel behoort, zo oordeelt de rechtbank. 

Verschillende doelen

Van belang hierbij is de brief van de toenmalige minister voor Rechtsbescherming van 22 juni 2021, waarin hij vragen heeft beantwoord die in de Tweede Kamer zijn gesteld over de schaderegeling voor slachtoffers in de jeugdzorg. Hierin stelde de minister onder meer: 'Alle verdiensten en inkomsten van een persoon vallen – na aftrek van een bedrag dat de persoon uitgekeerd krijgt om in zijn levensonderhoud te kunnen blijven voorzien – in de boedel en moeten door de bewindvoerder worden gebruikt om de schuldeisers te betalen.' Bij brief van 15 oktober 2021 heeft de minister dit nader toegelicht en stelde hij onder andere: 'Het doel van de Tijdelijke regeling is het geven van erkenning aan slachtoffers voor het geweld dat zij in de jeugdzorg hebben ondergaan (…) De tegemoetkoming is geen schadevergoeding en is niet bedoeld om eventuele kosten voortkomend uit het slachtofferschap te compenseren.' Daarmee verschilt de aard van de Tijdelijke regeling van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag, aldus de minister. 

Geen aparte regeling

De minister heeft zich, zo blijkt uit de antwoorden aan de Kamer, ervan vergewist dat een slachtoffer van geweld in de jeugdzorg, anders dan de gedupeerden in de toeslagenaffaire, niet vrij over de financiële tegemoetkoming kan beschikken. Dit verschil komt voort uit het doel van beide financiële tegemoetkomingen en het causale verband tussen het laakbaar handelen van de overheid en het (directe) ontstaan van de schulden, zo lichtte de minister toe.

Nu voor de tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg – bewust – geen aparte regeling is getroffen, biedt de wet- en regelgeving naar het oordeel van de rechtbank geen grondslag om deze tegemoetkoming buiten de boedel te laten vallen. Een afweging van de belangen maakt dat niet anders. Het belang van de gezamenlijke schuldeisers van de vrouw om hun vordering volledig betaald te krijgen weegt hier volgens de rechtbank zwaarder dan het belang van de vrouw. Het verzoek van de bewindvoerder om haar een deel van de 5.000 euro te laten houden is dan ook terecht afgewezen, aldus de rechtbank.

ECLI:NL:RBGEL:2022:5687

Bron:Rechtbank Gelderland| jurisprudentie| ECLI:NL:RBGEL:2022:5687 407367| 04-10-2022
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Neem contact met ons op!

Mail

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn
De Kempenaer Advocaten
Privacyoverzicht

De Kempenaer Advocaten respecteert de privacy van alle bezoekers van haar websites.

Wij maken gebruik van cookies. Een cookie is een klein tekstbestand dat tijdens uw bezoek aan een website naar uw computer wordt gestuurd en daarop wordt geplaatst. Wij gebruiken cookies om onze websites optimaal te laten functioneren.

U kunt de cookies van uw harde schijf verwijderen.

Ook kunt u cookies uitschakelen via uw browser. Zie hiervoor:

Internet Explorer: https://support.microsoft.com/nl-nl/help/17442/windows-internet-explorer-delete-manage-cookies

Mozilla Firefox: https://support.mozilla.org/en-US/kb/enable-and-disable-cookies-website-preferences

Safari: https://support.apple.com/kb/PH19214?locale=nl_NL

Google Chrome: https://support.google.com/chrome/answer/95647?hl=en-GB&hlrm=nl

 

Onze websites bieden op verschillende plaatsen mogelijkheden tot interactie, zoals bijvoorbeeld het invullen van formulieren ter deelneming aan onze seminars. De daarbij door u verstrekte gegevens worden uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor u ze hebt verstrekt. Uw gegevens worden zonder uw toestemming niet aan derden verstrekt, tenzij dat noodzakelijk is voor het doel waarvoor u die gegevens hebt verstrekt.

Onze website maakt gebruik van Google Analytics voor het verkrijgen van bezoekersstatistieken. De statistieken van Google Analytics worden door ons gebruikt om inzicht te krijgen in de bezoekersaantallen, de populaire pagina’s en om daarmee onze website te verbeteren. De informatie die door Google wordt verzameld, wordt geanonimiseerd opgeslagen. De Kempenaer Advocaten en Google kunnen niet zien welke personen onze website hebben bezocht.

De informatie die Google verzamelt, wordt mogelijk opgeslagen op servers buiten de Europese Economische Ruimte. De Kempenaer Advocaten heeft geen invloed op het gebruik van de data door Google en/of derde partijen. Google kan de gegevens verstrekken aan derden als zij daartoe op grond van de wet verplicht is of voor zover de informatie namens Google door derden wordt verwerkt. Voor meer informatie verwijzen wij u naar het Privacybeleid van Google: https://www.google.nl/intl/nl/policies/privacy/ en naar Google Analystics:https://www.google.com/intl/nl_nl/analytics/

 

In onze website staan knoppen om pagina’s te kunnen te delen of liken op de sociale netwerken LinkedIn, Facebook en Twitter. Dit wordt gerealiseerd door codes die worden aangeleverd door betreffende sociale netwerken. De codes plaatsen onder meer een cookie.

In de privacyverklaring van de sociale netwerken (die regelmatig wijzigen) kunt u lezen wat zij met de persoonsgegevens doen die zij met deze code verwerken.

LinkedIn: https://www.linkedin.com/legal/privacy-policy

Facebook: https://www.facebook.com/policy.php

Twitter: https://twitter.com/en/privacy

Indien u een relatie met De Kempenaer Advocaten heeft, heeft u het recht om de informatie die wij van u hebben op te vragen en (indien nodig) aan te passen. U kunt daarvoor contact met ons opnemen via mail@dekempenaer.nl

Voor verdere vragen over dit onderwerp kunt u contact met ons opnemen via het e-mailadres mail@dekempenaer.nl of door gebruik te maken van het contactformulier op onze website.