Een werkmaatschappij wordt omgezet in een holding. Een fiscalist verricht werkzaamheden voor deze herstructurering maar zijn factuur wordt niet betaald. In eerste aanleg oordeelt de kantonrechter dat de bestuurder heeft ingestemd met de inschakeling van de fiscalist op kosten van het bedrijf, dus moet er worden betaald. Tegen deze beslissing gaat het bedrijf in hoger beroep bij het gerechtshof Amsterdam.
Het bedrijf stelt dat de fiscalist was ingeschakeld door haar financiers. Er is in ieder geval geen schriftelijke overeenkomst, de fiscalist heeft ook geen opdrachtbevestiging aan het bedrijf gestuurd waaruit het bestaan van de overeenkomst zou blijken.
Wilsvertrouwensleer
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod van de ene partij waaruit haar wil blijkt zich daaraan te willen binden, en de aanvaarding van dat aanbod door haar wederpartij. Aanbod en aanvaarding kunnen in beginsel in elke vorm plaatsvinden, dus ook mondeling of uit een gedraging blijken. Uit de ‘wilsvertrouwensleer’ volgt dat bij de vraag of sprake is van een aanbod of van een aanvaarding daarvan, het aankomt op de wederzijdse verklaringen en gedragingen van beide partijen, wat zij over en weer daaruit mochten afleiden en de betekenis die zij daaraan mochten toekennen.
Bespreking
In deze zaak ontkent het bedrijf dat zij een opdracht aan de fiscalist heeft gegeven. Dan brengt de wilsvertrouwensleer mee dat het hof moet beoordelen of de fiscalist niettemin erop heeft mogen vertrouwen dat het bedrijf hem de opdracht heeft gegeven. Het was de bedoeling van het bedrijf om de herstructurering te laten begeleiden door een notaris. Een van de financiers heeft met de notaris overlegd om een fiscaal expert erbij te betrekken. Er vond een bespreking plaats met hemzelf, de fiscalist en de bestuurder. Het bedrijf stelt nu dat het in de veronderstelling verkeerde dat de notaris de fiscalist had ingeschakeld. Maar daar gaat het hof niet in mee.
Aandeelhouders
Het is algemeen gebruikelijk dat bij herstructureringen de kosten daarvan worden gedragen door de vennootschap die daarmee is gebaat. De fiscalist mocht er dus vanuit gaan dat het hier niet anders zou zijn. Hij was immers aanwezig bij die bespreking. Dat hij op voorstel van de financier was aanbevolen maakt nog niet dat de fiscalist dan ook die kosten moet dragen. Tijdens de bespreking bleek ook dat de fiscalist een deel (in plaats van de notaris) zou begeleiden. Het bedrijf voert ook aan dat de fiscalist zijn werkzaamheden vooral ten behoeve van de aandeelhouders heeft verricht. Dat hij oog had voor de belangen van haar oprichters en zittende aandeelhouders, betekent niet dat hij ‘dus’ door de aandeelhouders was ingeschakeld.
Opdracht verleend
Het bedrijf heeft de werkzaamheden van de fiscalist steeds en zonder enige reserve in ontvangst genomen, zijn voorstellen gevolgd én hem instructies gegeven. Ook hieraan mocht de fiscalist het gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat het bedrijf hem opdracht had verleend voor die werkzaamheden. Er is dus een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen en het bedrijf moet de factuur betalen. De rekening (€ 7.139 incl. btw) is verder netjes: 29,5 uur is voor een complexe herstructurering (te lastig voor de notaris) niet bovenmatig, en € 200 per uur is niet onredelijk.