Inhoudsopgave

Ondernemer behoort soms méér te doen dan in overeenkomst staat

In een overeenkomst staat welke verplichtingen beide partijen over en weer hebben. Soms is dat niet voldoende en kan van een professioneel bedrijf méér worden verwacht.

Dat blijkt uit deze casus. Een internationaal transportbedrijf verzorgde de verhuizing van een opdrachtgever die in Spanje woont. Onder andere twee motoren en een auto moesten van de Verenigde Staten naar Spanje worden vervoerd. Hoewel de registratie van de voertuigen niet tot de opdracht hoorde, had het transportbedrijf hiervoor wel moeten zorgen. Dat oordeelt de kantonrechter (rechtbank Rotterdam).

Invoerrechten

Het transportbedrijf verzorgde wel het invoerproces (de ‘douane-inklaring’) van de voertuigen, conform de opdracht. De Spaanse partner van het transportbedrijf kreeg bepaalde documenten en die zijn terecht naar de opdrachtgever doorgestuurd. Echter, één formulier ontbrak. Het transportbedrijf wist dat dit formulier binnen 60 dagen na het importeren van de voertuigen aan de Spaanse overheid moest worden verstrekt, omdat anders invoerrechten en belastingen moesten worden betaald. Desondanks heeft het transportbedrijf het formulier in eigen beheer gehouden, zonder het na te sturen aan de opdrachtgever.

Kosten voorkomen

Maar daar was niet om gevraagd, aldus het transportbedrijf. Toch had het transportbedrijf het formulier moeten doorsturen, vindt de kantonrechter. De opdrachtgever vroeg sowieso om alle documenten. Bovendien kon de opdrachtgever niet op een andere manier aan dit formulier komen, en hij kon dus zelf niet de extra kosten voorkomen. De opdrachtgever mocht van het transportbedrijf verwachten dat dit het formulier direct aan hem zou doorsturen. Nu dit niet is gebeurd, is het transportbedrijf tekortgeschoten in het correct nakomen van de overeenkomst.

Professionele onderneming

Natuurlijk had de opdrachtgever zelf beter onderzoek kunnen doen naar de registratieregels in Spanje, vindt de kantonrechter, maar dat doet aan de verplichtingen van het transportbedrijf niets af. Dat is een professionele onderneming, die wist dat de opdrachtgever zonder het formulier kosten zou maken. Uiteindelijk zijn de voertuigen te laat (later dan 60 dagen na de import) in Spanje geregistreerd. Daarom moest de opdrachtgever voor de registratie € 6.207 belasting betalen. Die kostenpost had kunnen worden voorkomen als het transportbedrijf correct had gehandeld. De belasting die de opdrachtgever nu heeft betaald, is zijn schade en die moet het transportbedrijf vergoeden.

ECLI:NL:RBROT:2022:10600

 

Bron:Rechtbank Rotterdam| jurisprudentie| ECLI:NL:RBROT:2022:10600| 20-12-2022
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Meer weten?

Of het nu een advieskwestie of bijstand in een procedure betreft, onze advocaten staan voor u klaar.

Bel 026 – 35 22 888 of stuur een bericht.

Mail
De specialist(en):

DELEN

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn