Een administratiekantoor en een zelfstandig ondernemer raken verwikkeld in een conflict over openstaande facturen. De kantonrechter oordeelt dat er een mondelinge overeenkomst is op basis van vaste maandkosten van € 99. En dat de ondernemer de openstaande facturen moet betalen.
De ondernemer erkent dat het kantoor hem incidenteel helpt met belastingaangiften, maar ontkent dat er sprake is van een structurele opdracht met een vaste maandelijkse vergoeding. Ook zegt hij niet geweten te hebben dat hij € 99 per maand zou moeten betalen. Volgens hem vallen de veronderstelde werkzaamheden bovendien niet te rijmen met de hoogte van de kosten.
Werkzaamheden
De kantonrechter (rechtbank Rotterdam) volgt het betoog van de ondernemer niet. Uit de documenten die het administratiekantoor in de procedure heeft ingebracht blijkt dat zij maandelijks werkzaamheden heeft uitgevoerd. Dit wijst er volgens de rechter op dat er een doorlopende afspraak is tussen de twee partijen.
Signaal
WhatsApp-berichten laten bovendien zien dat de ondernemer vooral over de hoogte van de vergoeding en wijze van betaling discussieert, en niet over het bestaan van de afspraak zelf. Dat laatste is volgens de rechter een belangrijk signaal: wie onderhandelt over de prijs, erkent de onderliggende verplichting. Daar komt bij dat de ondernemer zelf zijn gegevens aan het kantoor heeft verstrekt omdat deze nodig waren voor de uitvoering van de werkzaamheden. Ook dit bevestigt volgens de rechtbank dat de ondernemer opdracht heeft gegeven voor de uitvoering van de werkzaamheden.
Prijs
Het administratiekantoor heeft ter zitting nog uitgelegd dat zij haar dienstverlening aanbiedt op basis van vaste maandelijkse vergoedingen en dat het maandbedrag van € 99 destijds haar vaste tarief was. De ondernemer heeft dit verder niet betwist, maar alleen gesteld dat de verrichte werkzaamheden deze vergoeding niet waard waren. Dit betekent volgens de rechter nog niet dat die prijs niet is overeengekomen.
Taal
Ook het bezwaar dat de overeenkomst onduidelijk zou zijn vanwege taalverschillen, overtuigt niet. De afspraken zijn besproken in het Roemeens, een taal die de ondernemer beheerst. De ondernemer moet de openstaande facturen dus gewoon betalen.