In een kleine zorgwoning wonen drie kinderen met een beperking. Zij krijgen er 24 uur per dag begeleiding. De aandelen in de zorgwoning zijn in handen van twee mannen, die ieder 50 procent bezitten en samen het bestuur vormen. Door een ernstig conflict tussen hen dreigt de continuïteit van de zorg in gevaar te komen. De voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam besluit daarom één van de bestuurders tijdelijk te schorsen.
Conflict
Eén van de bestuurders verschijnt al maanden niet meer op de werkvloer en is onbereikbaar voor zijn mede-bestuurder. Daardoor kunnen belangrijke beslissingen niet meer worden genomen: nieuwe medewerkers aannemen, de jaarrekening goedkeuren of zelfs abonnementen afsluiten ligt stil. Voor een kleine organisatie met zes medewerkers en drie kwetsbare cliënten is dat rampzalig. Eén cliënt minder kan al een groot gat in de begroting slaan.
Inspectie
De problemen beginnen na een onverwacht bezoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Volgens de medebestuurder treft de inspectie zijn collega slapend op de bank aan, terwijl de cliënten die dag ook nog ruim anderhalf uur te laat worden gewekt. Het vertrouwen tussen de twee zakt daarna snel weg. Eén van hen neemt steeds meer de leiding, terwijl de ander zich terugtrekt. Uiteindelijk verdwijnt deze laatste bestuurder volledig van de werkvloer en vertrekt hij zelfs twee weken naar het buitenland zonder overleg. Dat leidt tot een onhoudbare situatie.
Kwetsbaar
De rechter vindt dat beide bestuurders fouten maken: de ene sluit zijn collega mogelijk te veel buiten, maar het langdurig afwezig blijven van de ander is niet te verantwoorden. Gezien de kwetsbaarheid van de kinderen en het belang van rust en stabiliteit kan dit zo niet doorgaan. De rechter schorst daarom de afwezige bestuurder voorlopig. De overblijvende bestuurder mag de zorgwoning leiden totdat de Ondernemingskamer een definitieve beslissing neemt. Die procedure moet binnen vier weken worden gestart.
Terugbetaling
Daarnaast moet de geschorste bestuurder € 20.000 terugbetalen aan de zorgwoning. Het bedrag is volgens de rechter onterecht aan hem uitgekeerd. Afspraken waren dat de vergoeding afhing van daadwerkelijk gewerkte uren. Omdat de bestuurder twee maanden helemaal geen werkzaamheden heeft verricht, heeft hij geen recht op de twee betalingen van ieder € 10.000. Het geld is hard nodig om de zorgwoning draaiende te houden. Hij moet het bedrag dus direct terugbetalen aan de organisatie.