DISCLAIMER

Please be aware that this is a machine translation to provide a basic understanding of our web content. It is a literal translation and certain words may not translate accurately. De Kempenaer Advocaten N.V. is not responsible for the accuracy of any translation using this service.

Table of contents

Boete voor vangletsel vleeskuikens passend en geboden

Tijdens een inspectie bij een bedrijf wordt vangletsel bij vleeskuikens geconstateerd. Dat is volgens de wet- en regelgeving verboden en daarom krijgt het bedrijf – voor de tweede keer – voor overtreding een boete opgelegd. Die pakt hoger uit, nu het bedrijf al eerder in de fout ging.

Uit een rapport van bevindingen van een toezichthouder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) blijkt dat er in een slachthuis vangletsel (bloedingen) is ontstaan bij vleeskuikens. Volgens de toezichthoudend dierenarts is dat letsel niet opgelopen tijdens het transport van de kuikens of het slachtproces, maar door het ruw vangen van de dieren in de stal. Bij dit slachthuis blijkt, na twee vangletseltelingen, het percentage vangletsel hoger te zijn dan de door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gehanteerde handhavingsnorm van 2 procent (namelijk gemiddeld 2,67 procent). De minister legt het bedrijf een boete op voor overtreding van onder meer de Wet dieren en de Transportverordening. Volgens die verordening mag aan geen enkel kuiken door het vangen letsel worden toegebracht. Omdat het bedrijf al eerder een boete had gekregen voor dezelfde overtreding, is de boete verhoogd naar € 3.000.

Geen aanleiding voor twijfel

Het bedrijf gaat tegen deze boete in beroep bij de rechtbank Rotterdam, maar die verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank ziet geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van het NVWA-rapport. Daaruit blijkt duidelijk dat de toezichthouder donkerrode tot paarse bloedingen van ruim drie centimeter heeft ontdekt. De rechtbank vindt dat voldoende vaststaat dat dit letsel bij het vangen, en niet bij het transport of in het slachthuis, is ontstaan. De minister heeft de overtreding dan ook terecht vastgesteld en was dus bevoegd om de boete op te leggen. Het slachthuis gaat in hoger beroep bij College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Oorzaak bloedingen

Er is volgens het bedrijf niet onomstotelijk vastgesteld dat sprake was van donkerrode tot paarse bloedingen van drie of meer centimeter. Ook wijst het bedrijf erop dat niet is vastgesteld dat de toezichthouder niet kleurenblind is. In hun opleiding worden de toezichthouders ook niet op kleurenblindheid getraind. Het bedrijf betwijfelt verder of de bloedingen bij het vangen zijn ontstaan: ze kunnen ook komen door het vleugelgeklapper toen de kuikens met CO2 zijn bedwelmd. De hoogte van de boete is bovendien oneerlijk, nu het maar om een kleine overtreding gaat, aldus het slachthuis.

Bewijslast

Het College stelt voorop dat in een zaak als deze, waarin een boete is opgelegd, het aan het bestuursorgaan is om de overtreding te bewijzen. Het stelt vast dat het rapport van bevindingen is opgemaakt op ambtsbelofte. Een bestuursorgaan mag in beginsel vertrouwen op de juistheid van de bevindingen in zo'n door een toezichthouder op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend rapport. In dit rapport zijn de vangletseltellingen gedaan volgens de hiervoor geldende werkvoorschriften. Met de algemene stelling van het bedrijf dat een flink deel van de Nederlandse mannen kleurenblind is, wordt onvoldoende twijfel gezaaid aan de uitkomst van die tellingen, vindt het College. Ook ziet het College onvoldoende aanleiding te twijfelen aan de bevindingen van de toezichthouder, gelet op diens deskundigheid en ervaring. Ook de overige argumenten houden geen stand. 

Passende boete

De toezichthouder heeft terecht geconcludeerd dat de werkzaamheden tijdens het vangen van de kuikens niet zo zijn uitgevoerd dat er geen letsel en lijden kon ontstaan en dat hun veiligheid was gegarandeerd, en dat dit ernstig lijden bij de dieren heeft veroorzaakt. De rechtbank heeft dan ook op goede gronden geconcludeerd dat de minister terecht de overtreding heeft vastgesteld en dus de boete heeft mogen opleggen. Ook de hoogte daarvan wordt niet aangepast. Een percentage vangletsel van 2,67 procent vindt het College niet gering. Vanwege de aard en ernst van de overtreding, en het feit dat het de tweede keer is, vindt ook het College de hogere boete passend en geboden.

ECLI:NL:CBB:2023:54

Bron:College van Beroep voor het Bedrijfsleven| jurisprudentie| ECLI:NL:CBB:2023:54 21/760| 06-02-2023
Facebook
Twitter
LinkedIn
Print

Want to know more?

Call 026 – 35 22 888 or send a message.

Mail

SHARE

Facebook
Pinterest
Twitter
LinkedIn